Oorspronkelijke titel: Parti Wallon
Bron: Links, nr. 33, 3 juni 1965
Transcriptie: Valeer Vantyghem
Deze versie: spelling
HTML en contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive
Laatste bewerking: 17 december 2009
Verwant: • Flamingantisme en socialisme: naar aanleiding van de strijd tegen de talentelling • De Vlaamse kwestie |
De oprichting verleden zondag te Namen van een Parti Wallon betekent een belangrijke etappe in de politieke ontwikkeling van het land. Hoewel zijn voedingsbodem en zijn oriëntering gans anders zijn dan deze van de Volksunie, is de Parti Wallon geroepen om er de Waalse tegenhanger van te worden.
Men herinnert zich dat A. Renard na de staking van 1960-61, de MPW oprichtte als drukkingsgroep die de strijd voor federalisme en structuurhervormingen tot een goed einde zou voeren. Het federalisme, opgevat als een middel om een linkse meerderheid in Wallonië aan de macht te brengen en aldus de structuurhervormingen te verwezenlijken, kan vanuit een links standpunt als progressief beschouwd worden. Het was echter van meet af aan gecontamineerd met een wallingantisch chauvinistisch (en anti-Vlaams) element, dat van het socialistisch opzet afleidde en een verglijden naar een kleinburgerlijk nationalisme meebracht. Tengevolge van die ontwikkeling en ook door de tegenkanting van de BSP, verloor de MPW geleidelijk zijn stootkracht en zijn aanhang. Toch bleef ze wat ze was, een drukkingsgroep. Zelfs na het BSP congres van 12-13 december, dat de onverenigbaarheid tussen het lidmaatschap van de BSP en het uitoefenen van een leidende functie in de MPW afkondigde, weigerden de verantwoordelijken van de MPW een nieuwe politieke formatie in het leven te roepen en stonden ze zelfs vijandig tegenover diegenen die deze stap wel zetten. Dit is trouwens de reden waarom, enkele maanden vroeger R. Moreau, voormalig adjunct nationaal secretaris van het ABVV en verantwoordelijke van de MPW voor Henegouwen geworden was, met de MPW gebroken had en het Front Wallon opgericht had samen met een aantal burgerlijke Waalse nationalisten zoals prof. Bologne. Dit Front Wallon, waarin de socialistische inslag totaal verdwenen is en, vervangen door een nationalistische, met vaag progressieve inhoud, behaalde bij de verkiezingen van 23 mei in Henegouwen nagenoeg 25.000 stemmen of 3,5 %. R. Moreau werd verkozen als parlementair.
Dit Front Wallon is thans samengesmolten met de Parti Wallon des Travailleurs, opgericht na het congres van 12-13 december, of beter met de Perrin strekking van deze partij. Perrin heeft gemanoeuvreerd om van de PWT een zelfstandige Waalse partij te maken en de Brusselse groep van La Gauche, waarvan hij noch de revolutionaire noch de internationalistische opvattingen deelt. Hij is meer Waals nationalistisch gericht en zeker veel gematigder op sociaaleconomisch gebied. Wat er ook van zij, dankzij de aanhang waarvan hij te Luik genoot, haalde Perrin zijn zin zodat de PWT in Wallonië en de UGS te Brussel, los van elkaar werden opgericht. Maar tot de nieuw opgerichte PWT traden onmiddellijk veel socialisten toe die dichter stonden bij de opvattingen van La Gauche dan deze van Perrin en van de Luikse federalisten. Dit kwam tot uiting bij de verkiezingen. Zoals de UGS, kwam de PWT in Henegouwen op in kartel met de communisten, terwijl de PWT in Luik zelfstandig optrad. Perrin, die de vorming van een Waalse nationalistische partij op het oog had, achtte het samengaan met de communisten schadelijk en zocht toenadering met het Front Wallon en andere Waalse nationalistische groepen. Hij behaalde in de provincie Luik 25.000 stemmen of 4 % en werd eveneens verkozen. Wat Massart betreft, die als BSP parlementair ontslag had genomen en te Namen opkwam met een eenheidslijst tussen PWT, communisten en Waalse nationalistische groeperingen, en 1.000 stemmen tekort kwam om verkozen te worden, deze vervoegde de opvatting van Perrin en meent dat het zijn samengaan met de KP is die hem de zetel heeft gekost.
De Parti Wallon is ontstaan uit de fusie van de Front Wallon, van de PWT van de provincies Luik en Namen, en van een minder bekende Front Démocratique Wallon die in het arrondissement Nijvel 6.000 stemmen of nagenoeg 5 % behaalde. De electorale basis van de nieuwe partij kan dus geschat worden op een goede 75.000 stemmen. Zij zal geleid worden door een triumviraat Bologne-Massart en Perrin, terwijl Moreau algemeen secretaris wordt.
Wat is nu het programma van de Parti Wallon? Op buitenlands gebied staat de PW nogal dicht bij de gaullistische opvatting van ‘Europese onafhankelijkheid tussen het Amerikaans en het Sovjetblok’, en is voorstander van uittreden uit de NAVO, van niet inmenging in de derde wereld (meer bepaald in Congo, Vietnam en Santo Domingo), van erkenning van China, enz. Op binnenlands vlak is de PW natuurlijk voorstander van federalisme en het volksreferendum over belangrijke kwesties (een eis die ook door de KP in Wallonië sterk naar voor wordt gebracht). Op sociaaleconomisch gebied staat de PW de structuurhervormingen voor: controle op de trusts en holdings, nationalisering van de energie, de banken en de verzekeringsmaatschappijen. Ze eist de afschaffing van de wetten op de ordehandhaving en een vermindering van de begrotingen van defensie en gendarmerie ‘zodat het recht van de Walen op zelfstandigheid niet zou worden gehinderd’.
Dat alles gaat ongetwijfeld in een progressieve richting. Bedenkelijker is het feit dat geweigerd werd de nieuwe partij als ‘socialistisch’ te bestempelen of te verduidelijken dat de structuurhervormingen ‘antikapitalistisch’ moeten zijn. Perrin achtte het ‘onpsychologisch’ over socialisme te gewagen en ‘onrealistisch’ antikapitalistische structuurhervormingen voor te staan. Hij beriep zich hierbij op het gezag van Renard en voegde eraan toe: ‘het dient tot niks dingen te beloven die men niet zal kunnen houden, zoals La Gauche voortdurend doet. Men kan niet beweren een volledige socialistische omwenteling te doen zoals sommige dromers zouden willen. Wallonië, zelfs indien het zelfstandig is, moet met de werkelijkheid rekening houden en kan slechts overleven indien zijn grenzen openstaan. Waartoe dient het beloften te doen indien men weet dat men ze niet zal kunnen houden? André Renard heeft ons geleerd realistisch te zijn, en het is daarom dat ik ‘renardist’ ben en dat ik La Gauche verlaten heb’.
Deze uitlatingen tonen nogal goed welke de grenzen zijn van het programma van de Parti Wallon. Deze wil de wallingantische en federalistische kleinburgers aantrekken en niet afschrikken door een te radicaal programma en door een te revolutionaire taal. Al moge sommige doelstellingen op korte termijn met deze van de socialistische beweging samenvallen, de uiteindelijke doelstellingen van het socialisme reiken veel verder en zijn de Parti Wallon wezensvreemd. En wij spreken dan nog niet over de illusies die gewekt worden over de mogelijkheid om zelfs deze beperkte doelstellingen langs een hervorming van de staatsstructuur, en niet door de actie van de georganiseerde arbeidersbeweging te verwezenlijken. Trouwens, zal in de praktijk zulk een partij niet meer en meer de nadruk leggen op de nationalistische doelstellingen en minder en minder op de andere? Wij vrezen van wel.
De anti-Vlaamse noot ontbrak trouwens niet op het congres: Massart sprak zich uit tegen eenheid van actie met de Vlaamse vooruitstrevenden die, zo beweerde hij, voor de PVV en de Volksunie stemden. Bologne pleitte voor een terugkeer van de Voer en voor steun aan de Waalse inwoners van Brussel, Bertrand verwierp de samenwerking Noord en Zuid in Benelux verband, enz., enz.
Er valt nu af te wachten of de Parti Wallon, onder impuls van Perrin, tot een formatie van de omvang van de Volksunie zal uitgroeien en of zij door een belangrijk gedeelte van de Waalse arbeiders zal gevolgd worden. Het dient gezegd dat in de Parti Wallon des Travailleurs, een heftige reactie gekomen is van de federatie Henegouwen en Waals Brabant en zelfs van een minderheid te Luik (het is nog onbekend welk standpunt J. Yerna inneemt), die waarschijnlijk een andere politieke formatie zal oprichten dicht aanleunend bij de Brusselse UGS. Maar deze strekking is numeriek zwak en zal moeite hebben om zich op het politiek schaakbord een plaats te veroveren.