Geschreven: 1 november 1897
Bron: Education, féminisme, samengesteld door Hector Denis en Eugène Hins, 1907
Vertaling: Daisy Gryspeerd
HTML en contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive
Laatste bewerking: 16 maart 2010
Verwant: • De vrouw en het socialisme |
De antwoorden gutsen als regen om me heen en er weerklinkt een stevige schaterlach.
- Ziehier! Het veel gebruikte beeld van het feminisme: een vrouw op de fiets die haar huis in de steek laat en de broek draagt.
- Het is juist andersom! Vrouwen die kunnen nooit jurken genoeg hebben! Jurken van zijde, fluweel en kant, ze hebben er kasten vol en ze zijn nog niet gelukkig! Bewijs, juffrouw Jeanne Chauvin en juffrouw Anita Augsburg, die momenteel voor hevige beroering zorgen in het Paleis te Parijs en Berlijn, die dringend de toga vragen ... van een advocaat!
- De intrede van het manwijf! Verkondigt luidkeels een ernstige krant en drukt de Duitse tewerkstellingsstatistieken af, driehonderd vrouwen metsen en tweeduizend vrouwen werken in de steengroeven ...
Een mooie aanleiding om in lachen uit te barsten: een smartelijke poging van deze ongelukkige vrouwen om te ontsnappen, zij en hun kinderen, aan de honger en de ontucht!
Er is een punt dat in periodes telkens weer opduikt in kranten van alle strekkingen en het mist nooit zijn effect. De columnist berispt ernstig de jonge en de mooie vrouwen – de andere tellen niet – en heeft er zijn plezier in om van tijd tot tijd het masker van de strenge moralist af te leggen en vluchtig een ondeugend gezicht te laten zien. Het publiek is ingenomen door dit dubbelzinnig spelletje, maakt zich de geestige gezegden eigen en gebruikt het in gedachten als wisselgeld.
Welk antwoord geven op deze spot? Het is enkel wat luchtig schuim en een flauwe verpakking die niet lang weerstand zullen bieden aan de wind die alles wegveegt.
De benaming zelf van onze verenigingen vertellen het ‘Vereniging voor de verbetering van het lot van de vrouw’, ‘Liga voor de verdediging van de rechten van de vrouw’. Het is een feit dat groot en wreed lijden het lot is van ons geslacht. De oorzaak is de wettelijke ontkenning van onze rechten. Het is waar dat de moraal een voorsprong heeft op de wet en dat de meeste vrouwen profiteren van de vooruitgang in de moraal. Feminisme is geen onbereikbare utopie: het bouwt voort op wat bestaat. Het programma blijft ertoe beperkt om vanaf vandaag voor alle vrouwen te eisen wat enkelen binnen de sociale elite hebben verworven. Is dit onredelijk? We zullen zien dat het noodzakelijk is.
De geschiedenis leert ons dat er in geleverde gevechten voor het recht, vrouwen zij aan zij met de mannen hebben gevochten, als strijder en als martelaar. De legende van Jeanne d'Arc verenigt in één enkele figuur de zuivere heldenmoed van een groot aantal van haar zusters. Deze figuur laat ons zien hoe het zinnebeeld van het Vaderland voor het eerst bij een vrouw opkwam en hoe zij besefte dat om op de geboortegrond vrede te bereiken men zich eerste dienden te ontdoen van de vreemde overheersing. Wij zien vandaag de dag Cubaanse vrouwen de wapens opnemen, de Armeense vrouwen, bedreigd door verkrachting en afslachting, de prijs voor de vrijheid kennen en bereid zijn tot dezelfde strijd als hun vaders, hun echtgenoten, hun broers en hun zonen.
Zullen zij morgen, na de zege, een gelijkmatig deel krijgen van de veroverde rechten? Dit is nog nooit gebeurd.
Het is overduidelijk dat in religieuze oorlogen om de vrijheid van het geweten te verdedigen, de vrouwen met evenveel moed als de mannen de gevangenis en de dood trotseerden. Tolerantie is een moderne verworvenheid die voor de ene sekse ja en de andere nee betekent! Zijn er veel vrijdenkers die zouden aarzelen om een jong meisje opgevoed in een klooster te huwen? Zij zullen u vertellen, zonder de impact te vermoeden van dergelijke woorden: ‘Een meisje opgegroeid in een klooster, is opgeleid tot gehoorzaamheid: zoveel te beter! De eerste deugd van de vrouw is gehoorzaamheid! Indien haar kwezelarij de overhand zou krijgen, leidt het gezag van de man alles in goede banen. Zij oordelen en verkondigen grote voorstanders te zijn van het vrije onderzoek.
Dus na een eeuw van filosofie waarin de voordelen van de kennis overal worden gewaardeerd, blijven de vooroordelen de rangen sluiten om de vrouwen in onwetendheid te houden en weg van alle vrije kunsten. Als we de zestiende en de negentiende eeuw vergelijken is de renaissance die prat gaat op haar op haar koor van geleerde muzen, in het voordeel. De fysiologen hebben door het kleineren van de hersencapaciteit van de vrouw, de banvloek uit de middeleeuwen opnieuw zij het in een andere vorm uitgesproken.
De Franse Revolutie heeft bij het afkondigen van de mensenrechten de woning onschendbaar en eigendom onaantastbaar verklaard. Honderd jaar later lezen we dagelijks in de nieuwtjes: ‘tijdens de nacht heeft een dronken man zijn vrouw uit de echtelijke woning gegooid; een andere dan weer verkocht de meubels, de kleding, de naaimachine van zijn echtgenote’. We weten dat de wet tegenover de vrouw voor de dief, de onbeschofte, garant staat.
Op de eerste bladzijde van onze grondwet staat dit artikel geschreven dat van fundamenteel belang is: ‘Alle burgers zijn gelijk voor de wet’. Wat wordt er van deze gelijkheid, als de wet, in de relatie tussen de twee geslachten, een dubbele moraal hanteert? Op deze wijze wordt de vrouw veroordeeld en de man vrijgesproken voor hetzelfde vergrijp.
We kunnen die persoonlijke garanties, al die vrijheden, die wij hoogdravend de moderne verworvenheden noemen, de revue laten passeren, en altijd zullen we moeten vaststellen dat de vrouwen worden uitgesloten. Het menselijke patrimonium is enkel het erfgoed van de helft van de mensheid. Het is een onzekere rijkdom zonder toekomst, zolang moeders hun dochters de prijs voor de vrijheid niet leren. Hoe zouden zij het kunnen doen, wanneer hen wordt geleerd dat onwetendheid en dienstbaarheid een leven van slappe gemoedsrust, schoonheid en waardigheid aan de vrouwen voorschotelt?
Dus, na alle historische bewegingen geheten de renaissance, de reformatie, de filosofische eeuw, de Franse Revolutie, de vrijmaking van de arbeid, is er een laatste revolutie nodig om de andere te ondersteunen en te voltooien: de emancipatie van de vrouw.
Verre dat het een droom zou zijn van enkele excentrieke of onevenwichtige vrouwen of op publiciteit beluste filantropen, zal het aangewezen uur van de vrouwenbeweging slaan, in de logische volgorde van de gebeurtenissen. Het is op historisch vlak dat we de belangrijkste beweegredenen voor de huidige ontwikkeling zullen zoeken.
De eerste oorzaak van het feminisme heet Napoleon: hij is de voornaamste dader en oorzaak van het kwaad dat aan de vrouw is aangedaan. Zijn excessen moesten wel een reactie oproepen. Het is aan Napoleon dat wij het ijzeren Europa te danken hebben, waar de vrede meer mannen onder de wapens houdt dan eertijds de bloedigste oorlogen. Het is aan Napoleon te danken: deze artikels uit het Burgerlijk Wetboek, waarin de echtgenote wordt geknecht en de moeder vernederd voor de ogen van haar zonen. Geve God, dat de vrouw toen had geprotesteerd en dat het feminisme een halve eeuw eerder ware geboren! Door het begunstigen en beschermen van de mannelijke losbandigheid heeft Napoleon vrije baan gegeven aan het alcoholisme dat de mensheid getroffen heeft in de bron van het leven zelf. De geboortecijfers dalen in toenemende mate, en in dezelfde mate groeit het sociale uitschot, de kreupelen, de idioten, de dronkaards, de gekken, de criminelen, en bovenal de vroegrijpe misdadigers.
We zullen ten onder gaan zo we niet de moeders en de kinderen redden!
De toepassing van de stoomkracht in de industrie heeft de vrouw evenveel kwaad berokkend als wat Napoleon heeft gedaan. Het leven van de armen is erdoor radicaal veranderd. Om dichter bij de fabriek te komen, moesten de velden of de frisse buitenwijken verlaten worden om in een overbevolkt huis, in een berookt en grauw stadsmilieu, te gaan leven. De vrouw was haar man gevolgd naar deze stinkende plek. Ze heeft hem moeten volgen met haar kinderen, tot in de fabriek zelf. Ze heeft niet getreuzeld om er haar plaats in te nemen, altijd met de arme kleintjes. Was het inzetten van stoom bij spinnen en weven niet haar onteigenen van haar oude bedrijvigheid? U kent het trieste drama. De lage lonen worden vaak weggegrist door alcoholische echtgenoten, eindeloze dagen, de ongezonde en immorele werkomstandigheden. De arbeid van de vrouwen in de fabrieken heeft heel zeker een groot aandeel gehad in het uitputten van het volk.
We hebben herhaaldelijk gehoord: ‘De vrouw aan de haard en de man op de werkplaats!’ Op het laatste Socialistisch Congres , dit jaar gehouden te Zürich, hebben de Belgische christelijke democraten het formele voorstel ingediend om wettelijk de zware industrie te verbieden aan de vrouwen. Maar ze gaven op geen enkel middel aan om het onderhoud van deze vrouwen te waarborgen. Bebel heeft met veel wijsheid geantwoord dat ‘onder de huidige omstandigheden, de arbeidster uit de fabriek verdrijven, hen in de prostitutie werpen is.’ De congresleden hebben hem hun stem gegeven. Wisten ze niet dat de werkomstandigheden even hard zijn voor de ongelukkige vrouwen, in de kleine als in de grote industrie? Te Zürich heeft men getoond goed op de hoogte zijn van de stand van zaken. Dat de vrouwen naar de werkplaatsen worden gedreven is een groeiende kracht in alle landen. Daar waar de emancipatie van de vrouw zich heeft doen gelden worden op hun beurt de vrije beroepen door de vrouwen bestormd en belegerd. Het is een beweging die voortaan door niets meer te stuiten is, en die het filosofisch axioma van de achttiende eeuw illustreert: ‘Het werk is de grondslag van het recht’.
Inmiddels blijft het lijden van de proletarische vrouwen een gruwel. De enige remedie is de algemene verbetering van de werkomstandigheden. Hier is een gemeenschappelijke actie nodig voor de emancipatie van de vrouwen en de arbeiders.
De directe bestaansreden van het feminisme is vooral het inrichten van een openbaar lager onderwijs voor meisjes. Waar de leerplicht werd ingevoerd, hebben de meisjes er de grootste baat bij gehad. Zoal niet het vooroordeel het zwijgen heeft opgelegd, dan toch dit vooroordeel ontkracht heeft, dat het onderwijs voor meisjes nutteloos of gevaarlijk zou zijn en de helft van de hersenen van een natie tot duisternis en het verval veroordeelde.
Na de lagere scholen zijn de middelbare scholen opengesteld geweest voor meisjes, en de meest energieke onder hen hebben de toegang tot de universiteiten afgedwongen. Maar als de school het eerste woord heeft over het raadsel dat de wereld vormt, is het de pers die aan allen en iedereen menselijke bescheiden uit het openbare en private leven bezorgt. En de pers dringt overal door. De analfabeten, zelfs diep in de dorpen, horen over de krant spreken. Ze praten er op hun beurt over, zonder dat ze het zelf beseffen.
Het gemak en de snelheid van de communicatie, geven aan allen en iedereen in grote mate onderricht. De stad en het platteland vloeien ineen. Een tentoonstelling mobiliseert miljoenen mannen en vrouwen. Pleziertreinen brengen toeristen van alle leeftijden, alle geslachten, alle rangen en fortuin naar de stranden, de meren, bergachtige landen, zonder zich te laten stoppen door de grenzen. De hersenen van een hedendaagse vrouw zijn doordrongen van indrukken en beelden die in geen honderd jaar konden gekend worden door de trotse kasteelvrouw, die leefde met een tijdindeling tussen haar man, een langzaam denkende en nog langzamer sprekende krijger, en haar strenge huiskapelaan, zonder enige andere afleiding dan haar viool en een liefdeslied, altijd hetzelfde.
Als men u voorstelde, mevrouw, om terug te keren naar die eenzame toren en plaats te nemen in de stoel met de vergulde hoge rugleuning voorzien van een wapenschild, welnu, de grootste antifeministe onder u zou het aanbod met energie afwijzen en roepen: ‘Voor mij, de vrijheid, veranderingen, het leven!’. U ziet, iedereen doet aan feminisme, zoals mijnheer Jourdain proza sprak zonder het te weten ... !
Het is niet genoeg om te zeggen dat de vrijheid de lucht zelf is die we inademen. Onze hemel wordt voortdurend opgeladen met elektriciteit en doorkruist door de bliksem die nieuwe horizonten verlicht, en onze geesten tot actie aanspoort. Hieraan dient toegevoegd te worden dat de wetenschap, door de doctrine van de solidariteit we allemaal geïnteresseerd zijn geraakt in het algehele geluk. Als er nu in een punt op de wereldbol de pest uitbreekt voelen alle volkeren zich bedreigd. Ge weet dat bij het nieuws dat er cholera was uitgebroken in de Ganges vallei of op de wegen die de gelovigen van de islam maar Mekka leiden, onze Europese regeringen met elkaar overleg hebben gepleegd om daar voorzorgsmaatregelen te nemen en hen raad te geven, hun taak te verlichten, met een aandoenlijke bezorgdheid, ver over de grenzen heen. De natuur maakt ons solidair met de anderen.
In armoedige uithoeken, zolderkamertjes en stulpen ontstaan er rottende koortsen, difterie, tyfus die paleizen en kastelen aandoen. Zoals destijds de Engel des Doods in Egypte een tiende van de eerstgeborenen wegmaaide, strijken er plagen neer over het aanbeden kind, de verloofde in de bloei van zijn leven, hoopvolle jonge mannen, de echtgenoten die elkaar nodig hebben. En op het verschrikkelijke ‘waarom?’, geworpen in het midden van tranen en snikken, antwoordt de dood zonder ophouden: ‘Ik ben hier om u eraan te herinneren, dat rijk en arm, u allen, voor de natuur van elkaar afhankelijk bent’.
Solidariteit is de onvermijdelijke straf van de wet van gelijkheid. Tevergeefs beroepen wij ons op de ideale liefde, tevergeefs omgeven de gezinnen het bloemenperk met reine lelies. Zolang respectabele vrouwen zich isoleren binnen hun dromen, zolang de families versterkte eilanden bouwen te midden van een toenemende corruptie, zullen ze bedreigd blijven in alles wat hen het dierbaarst is. Dames, voor de veiligheid van uw kinderen, moet u over de fysieke en morele gezondheid van alle kinderen waken; voor het geluk van uw kinderen, moet u uw bezorgdheid uitbreiden tot het onderwijs van alle andere.
Wie solidariteit zegt, zegt universele emancipatie, en bijgevolg feminisme. Hoe kan de mensheid worden opgesplitst in een bevoorrechte sekse en een onderworpen sekse, zonder het lijden en de vernedering van de ene ten opzichte van de andere?
Het licht van de wetenschap toont de gevaren. De geleden pijnen leren ons de remedie.
De doctrine van de solidariteit wekt dus bij de vrouw gedachten van behoud en voorzorg op ten voordele van de maatschappij. Maar, eer deze gedachten zich omzetten in daden, eer de vrouw weerklank en ondersteuning vindt, eer ze zelf verheven durft te denken, is het noodzakelijk dat ze niet leeft in een duidelijk vijandig milieu, zoals militaristische of zeer corrupte landen.
Volkeren etaleren het brute egoïsme van de man. Maar wegens de geografische of politieke omstandigheden, zijn er landen die zich konden onttrekken aan de gesel van het militarisme. Zoals overal waar er Engels wordt gesproken, dat wil zeggen, bijna 2/3 van de bewoonde gebieden kon het feminisme ontstaan en groeien.
Om aan te tonen op welk punt de vrede en het feminisme nauw samenhangende historische verschijnselen zijn, volstaat het de sekte van de quakers of de amish te citeren. De quakers, in het midden van de zeventiende eeuw, gaven de voorkeur aan gevangenschap en ballingschap boven de militaire dienstplicht. De vrouwen van de quakers stonden op voet van gelijkheid, in de tempel en het gezin. Met mannen van vrede zijn zij het die de eerste apostelen van het feminisme geweest zijn. De Angelsaksische vrouwen wilden vóór alles onderricht. De toegang tot de school kostte hen zware gevechten. Meer dan eens zagen ze zich teruggedrongen uit hun positie die ze als definitief verworven beschouwden.
Ieder succes opende voor hen een vrij beroep, of wat meer was, een middel om hun persoonlijkheid te laten gelden.
Het recht tot spreken voor een publiek, werd hen te Londen in 1894 koppig geweigerd. De tot stilte veroordeelde Amerikaanse vrouwen, die op een internationale conferentie tegen de slavernij het recht tot spreken voortdurend afdwongen, trotseerden het gejoel, de beledigingen, de handtastelijkheden, de meest brutale uitvallen , wilden ze een hervorming van hun statuut bekomen.
In Amerika bepleitten ze in vergaderingen de zaak van de zwarte slaven, tezelfdertijd als die van de blanke slaaf. Meer dan eens op risico levend verbrand te worden. In Engeland verschenen ze op de congressen van de sociale wetenschappen, gesterkt door hun sociale werken, hun kennis. Mary Carpenter was de eerste vrouw die het Britse publiek in het jaar 1850 met respect naar haar liet luisteren.
Op deze wetenschappelijke conferenties, in Amerika tijdens de meetings, op het spreekgestoelte van de parlementen, of in de commissies waar ze werden benoemd, stelden er vrouwen burgerlijke wetten op die hen tijdens de tweede helft van de eeuw hebben geëmancipeerd.
Op hetzelfde tijdstip gaven deze naties aan de representatieve regering als onderbouw een hiërarchisch gerangschikt geheel van verkozen vergaderingen dat zich de belangen van parochie (lees landelijke gemeente), van de stad, het district ter harte nam, van de scholen en de bijstand. De vrouwen werden toegelaten, niet enkel als kiezers, maar vaak als verkiesbaar, om te werken aan het algemeen welzijn, samen met de andere sekse. Overal, waar de parlementen zich wijdden aan sociale hervormingen, werd op de banken geschoven om hen een plaats te geven. In vier parlementen van het westen van Amerika komen zij reeds in aanmerking als kiezer en als verkiesbaar in twee Britse kolonies van Australië. Dit is slechts het begin van een grote verandering.
Overal waar het militarisme zijn werk des doods ontplooit, zou de opname van de vrouw in de regeringsraad een tegenzet zijn. Dat is de reden waarom de vrouw zetelt in de lokale vergaderingen in Groot-Brittannië en uit het Parlement van dat land is geweerd waar de geroofde buit van de overwonnen volkeren wordt verdeeld. Overal waar de intriges van de politiek bestuur van het land domineren, wordt de vrouw afgewezen als een gevaarlijke concurrent. De komst van de vrouw kan komende vrede en de bescherming voor de zwakken betekenen.
Maar naast de parlementen, is er de pers. Iedereen weet welk steeds groter deel de vrouwen innemen in het sturen van de publieke opinie, de zogenaamde vierde staatsmacht.
De grondwetten van de Europese parlementen die een zo tedere bezorgdheid aan de dag leggen voor de analfabeten van het sterke geslacht en alles in het werk stellen om hen binnen het kiescorps te houden, verklaren de vrouwen vervallen van het stemrecht spreken het onvermogen van de vrouw uit in dezelfde mate als dit van de dwazen, idioten en criminelen. Vrouwen zijn in beroep gegaan tegen het vonnis. Ze bezetten binnen de pers een positie evenredig met de betrouwbaarheid van hun oordeel en de zekerheid van hun informatie.
Talrijk zijn de vrouwen die een aanzienlijke invloed hebben verworven.
Het is hetzelfde tijdens de wetenschappelijke bijeenkomsten die de parlementen zelf sterk sturen. Ik bedoel op congressen waar de vrouwen meer en meer naar zich doen luisteren, waar ze waardevolle ideeën hebben ingebracht. Deze krijgen vorm in wetten en instellingen.
Sommige zijn veel meer dan de partijleiders. Hun naam dient als verzamelpunt voor echte legers aangeworven voor de moderne kruistochten. Dat Madame de Suttner, die als eerste de kreet roept: ‘de wapens neer!’. Mevrouw Somerset, die de twee werelden, die van de man en de vrouw in het harnas jaagt door tegen de alcohol te strijden en mevrouw Butler, die door de tweede antislavernij campagne te leiden, de blanken in een gunstig daglicht plaatst.
Feminisme verschijnt hier op een hoger niveau; het is de actie van de vrouw die een invloed heeft op het lot van de wereld. Haar toekomst ligt niet in de gevestigde en decadente instellingen. Het begint een nieuw leven.
De vrouw is lid geworden van de bemanning van dit schip dat met volle zeilen naar de rijzende zon vaart, met aan boord de bestemming van de mensheid.
De zomerzon komt op en haar stralen strelen de neergeslagen oogleden. Uit de nesten duiken overal kleine kopjes op die met wijdogen ogen het licht drinken tot ze ervan dronken worden. De levensvreugde vult de harten en doet een lofzang ontluiken. Het stemgeluid golft van het ene bladerdak naar het andere, en het loof is niet meer dan een heldere klank.
Wanneer ge u in het intiemste geheim bezint hoor je het lied van de dageraad, dat de levensvreugde de broederlijke samenleving en harmonie van de werelden viert, verheug u te behoren tot de bemanning van het glorierijke schip dat met volle zeilen koers zet richting zonsopgang, het lot van de mensheid aan boord meedragend.
1 november 1897