Geschreven: 23 maart 1908
Eerste publicatie: ‘Zagranitsjnaja Gazeta’, 23 maart 1908
Bron: een uitgave van Progres. Nederlandse vertaling door A.J. Gerritsen en J.B. de Klerk.
Transcriptie: Vonk. De tekst is omgezet naar de nieuwe spelling.
HTML: Maarten Vanheuverswyn, april 2004
Nadat de staatsgreep de revolutie van 1848 had afgesloten, was Frankrijk voor de tijd van 18 jaar onder het juk van het napoleontische regime geraakt. Dit regime bracht het land niet alleen het economische bankroet, maar ook de nationale vernedering. Het proletariaat, dat tegen het oude regime in opstand kwam, nam een dubbele taak op zich — een algemeen nationale en een klassentaak: de bevrijding van Frankrijk van de invasie van Duitsland en de socialistische bevrijding van de arbeiders van het kapitalisme. Deze vervlechting van beide taken is een hoogst karakteristieke trek van de Commune.
De bourgeoisie vormde destijds een ‘Regering van de nationale verdediging’ en het proletariaat moest onder de leiding van deze regering voor de onafhankelijkheid van de gehele natie vechten. In werkelijkheid was het een regering van ‘het nationale verraad’, die de strijd tegen het Parijse proletariaat als haar taak zag. Het proletariaat, dat door patriottische illusies verblind was, bemerkte dit echter niet. De patriottische gedachte vond haar oorsprong in de tijd van de Grote Revolutie van de 18de eeuw en beheerste de gedachten van de socialisten van de Commune, en Blanqui bijvoorbeeld, ongetwijfeld een revolutionair en vurige aanhanger van het socialisme, wist voor zijn krant geen passender naam te vinden dan de burgerlijke alarmkreet: ‘Het Vaderland is in Gevaar!’
In het verenigen van elkaar tegensprekende taken — het patriottisme en het socialisme — lag de noodlottige fout van de Franse socialisten. Al in het manifest van de Internationale, in september 1870, waarschuwde Marx het Franse proletariaat zich niet door vals nationalisme te laten meeslepen.[2] Sedert de Grote Revolutie hebben zich diepgaande veranderingen voltrokken, de klassentegenstellingen hebben zich verscherpt, en als de strijd tegen de reactie van geheel Europa toentertijd ook de gehele revolutionaire natie aaneensmeedde, thans mag het proletariaat zijn belangen echt niet meer verbinden met de belangen van andere, vijandige klassen; laat de bourgeoisie maar de verantwoording dragen voor de nationale vernedering — voor het proletariaat is het zaak te strijden voor de socialistische bevrijding van de arbeid van het juk van de bourgeoisie.
En inderdaad. Het ware wezen van het burgerlijke ‘patriottisme’ trad al spoedig aan de dag. Na het sluiten van de smadelijke vrede met de Pruisen nam de regering van Versailles haar onmiddellijke taak ter hand — en richtte een aanval op de door haar zo gevreesde bewapening van het Parijse proletariaat. De arbeiders antwoordden met het uitroepen van de Commune en met de burgeroorlog.
Hoewel het socialistische proletariaat in vele sekten verdeeld was, bood de Commune een schitterend voorbeeld van de wijze waarop het proletariaat eensgezind de democratische taken weet op te lossen, die de bourgeoisie slechts bij machte was te proclameren. Zonder een speciale gecompliceerde wetgeving, eenvoudig en zakelijk, legde het proletariaat, nadat het de macht in handen had genomen, de democratisering van de maatschappijorde ten uitvoer; het ruimde de bureaucratie uit de weg en voerde de verkiesbaarheid van de ambtenaren door het volk in. Twee fouten hebben evenwel de vruchten van de schitterende overwinning teniet gedaan. Het proletariaat bleef halverwege staan: in plaats van over te gaan tot het ‘onteigenen van de onteigenaars’, gaf het zich over aan dromen over het door de nationale taak verenigde land, waarin de hoogste gerechtigheid werkelijkheid werd. Instellingen als bijvoorbeeld de bank werden niet in bezit genomen, onder de socialisten heersten nog de proudhonistische theorieën van de ‘rechtvaardige ruil’ enz. De tweede fout was de bovenmatige grootmoedigheid van het proletariaat: het had zijn vijanden moeten vernietigen, maar in plaats daarvan deed het zijn best hen moreel te beïnvloeden; het onderschatte de betekenis van zuiver militaire acties in de burgeroorlog; en in plaats van zijn overwinning in Parijs te bekronen met een vastberaden aanval op Versailles, aarzelde het en gaf het de regering in Versailles de tijd om de krachten van de duisternis te verzamelen en zich op de bloedige mei-week voor te bereiden.
Maar ondanks al haar fouten vormde de Commune het schitterendste voorbeeld van de grootste proletarische beweging van de 19de eeuw. Marx had een zeer hoge dunk van de historische betekenis van de Commune — als de arbeiders gedurende de verraderlijke overval van de bende van Versailles op de bewapening van het Parijse proletariaat zich zonder strijd hun wapens hadden laten afnemen, zou de noodlottige uitwerking van de door een dergelijke zwakte in de proletarische beweging teweeggebrachte demoralisering oneindig veel groter zijn geweest dan de schade als gevolg van de verliezen die de arbeidersklasse in de strijd ter verdediging van haar wapens leed. Hoe groot de offers van de Commune ook waren, zij worden vergoed door de betekenis ervan voor de strijd van het gehele proletariaat: de Commune heeft de socialistische beweging in Europa op gang gebracht, ze heeft de kracht van de burgeroorlog aangetoond, ze heeft de patriottische illusies weggevaagd en het naïeve geloof in het nationale streven van de bourgeoisie vernietigd. De Commune heeft het Europese proletariaat geleerd de taken van de socialistische revolutie concreet aan de orde te stellen.
De lessen waarmee het proletariaat is verrijkt, zullen niet in vergetelheid geraken. De arbeidersklasse zal er gebruik van maken, zoals zij dat al in Rusland met de decemberopstand[3] heeft gedaan.
Het tijdperk dat aan de Russische revolutie voorafging en haar voorbereidde, lijkt enigszins op het tijdperk van het napoleontische juk in Frankrijk. Ook in Rusland bracht de absolutistische kliek het land de verschrikkingen van de economische ondergang en de nationale vernedering. De revolutie kon lange tijd niet tot uitbarsting komen, zolang de sociale ontwikkeling niet de voorwaarden voor een massabeweging had geschapen, en ondanks heel haar heldenmoed liepen in de voorrevolutionaire periode de geïsoleerde aanvallen op de regering stuk op de onverschilligheid van de volksmassa’s. Pas de sociaaldemocratie heeft door taai en planmatig werken de massa’s opgevoed tot de hoogste strijdvormen — tot massa-acties en tot de gewapende burgeroorlog.
De sociaaldemocratie heeft de ‘nationale’ en ‘patriottische’ dwalingen onder het jonge proletariaat weten uit te roeien, en nadat het dankzij haar directe ingrijpen was gelukt, de tsaar het manifest van 17 oktober[4] af te dwingen, ging het proletariaat ertoe over de volgende onontkoombare etappe van de revolutie — de gewapende opstand — krachtdadig voor te bereiden.. Het proletariaat concentreerde, vrij van ‘nationale’ illusies, zijn klassenkrachten in zijn massaorganisaties, de sovjets van arbeiders- en soldatenafgevaardigden enz. En ongeacht het grote verschil van doeleinden en taken, waarvoor de Russische revolutie staat, vergeleken bij de Franse Revolutie van 1871, moest het Russische proletariaat zijn toevlucht nemen tot dezelfde strijdmethode als die waarvoor de Parijse Commune de grond had voorbereid, namelijk tot de burgeroorlog. Het proletariaat wist, indachtig aan de lessen der Commune, dat het proletariaat vreedzame strijdmiddelen niet mag versmaden — ze zijn dienstig aan zijn dagelijkse behoeften, aan zijn belangen van alledag, ze zijn in tijden van de voorbereiding van de revolutie noodzakelijk —, maar het proletariaat mag ook nooit vergeten dat de klassenstrijd onder bepaalde voorwaarden de vorm van de gewapende strijd en van de burgeroorlog aanneemt. Er zijn momenten waarop de belangen van het proletariaat een meedogenloze vernietiging van de vijanden in een open strijd vereisen. Dat heeft het Franse proletariaat in de Commune voor het eerst laten zien en het Russische proletariaat heeft het in de decemberopstand op schitterende wijze bevestigd.
Al zijn deze beide grootse opstanden van de arbeidersklasse ook neergeslagen — er zal een nieuwe opstand komen, waartegenover de krachten van de vijanden van het proletariaat te zwak zullen blijken en waarin het socialistische proletariaat de volledige overwinning zal behalen.
_______________
[1] Het artikel ‘De lessen van de Commune’ verscheen in de ‘Zagranitsjnaja Gazeta’ (de Buitenlandse Courant) nr. 2 van 23 maart 1908 en was een weergave van een rede van Lenin. De redactie van het blad liet de volgende toelichting aan het artikel voorafgaan: “Op 18 maart werd in Genève een internationale bijeenkomst belegd ter ere van drie proletarische gedenkdagen: de 25-jarige herdenking van de dood van Marx, de 60-jarige herdenking van de maartrevolutie van 1848 en de gedenkdag van de Parijse Commune. Op deze bijeenkomst sprak kameraad Lenin in naam van de RSDAP over de betekenis van de Commune.”
[2] K. Marx ‘Zweite Adresse des Generalrats. über den Deutsch-Französischen Krieg’
[3] De decemberopstand was het hoogtepunt van de Russische revolutie van 1905 tot 1907.
[4] Hiermee wordt het manifest van de tsaar van 17 oktober 1905 bedoeld dat uitgevaardigd werd op de dag dat de politieke oktoberstaking in geheel Rusland haar hoogtepunt bereikte. In het manifest beloofde de tsaar ‘burgerlijke vrijheden’ en een ‘wetgevende’ Doema. Het manifest was een concessie, door de revolutie aan de tsaar ontwrongen. De tsaristische regering wilde tijd winnen, de revolutionaire krachten splitsen, de staking in geheel Rusland de kop indrukken en de revolutie neerslaan. De bolsjewieken ontmaskerden dit manoeuvre van de alleenheerschappij in hun woorden en geschriften.