Ernest Mandel

De holdings, de structurele werkloosheid in Vlaanderen en de Vlaams nationalisten


Geschreven: juli 1958
Bron: Links nr. 17, 11 juli 1958
Transcriptie: Valeer Vantyghem
Deze versie: spelling
HTML en contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive, augustus 2008

Laatste bewerking: 15 augustus 2008


Zoals bekend heeft de regering een wetsvoorstel neergelegd dat aan nijverheids- en handelondernemingen toelaat de meerwaarde van hun bezit (gronden, gebouwen, aandelen) te realiseren, zonder op die meerwaarde belasting te betalen, onder voorwaarde dat ze opnieuw zouden belegd worden in een bedrijf in België of Belgisch Kongo.

Op voorstel van de heer Schot — beheerder van de Bank van de Société Générale en katholiek volksvertegenwoordiger van Leuven — werd dit voorrecht uitgebreid tot de holdings, de financiële maatschappijen, die zich speciaal bezig houden met het beheren van aandelen.

Dhr. De Saegher, CVP volksvertegenwoordiger van Leuven, heeft dit voorstel in de Kamercommissie van Financiën scherp bevochten. Hij heeft in een sindsdien berucht geworden minderheidsnota de talrijke fiscale privilegiën opgesteld waarvan de holdings reeds genieten in ons land. Hij heeft duidelijke cijfers aangehaald die bewijzen, dat talrijke van onze holdings, ongeveer 1-2 % belastingen betalen op winsten die boven de 100 miljoen F per jaar liggen, d.w.z. minder belastingen dan een ongeschoolde werkman!

Dit is een ongehoord schandaal

Dhr. De Saegher heeft niet geaarzeld daaruit de nodige besluiten te trekken. Tot grote ergernis van eerste minister Eyskens — en onder toejuichingen van de socialisten — heeft hij uitgeroepen, dat het politiek gezag in ons land niets kan weigeren aan de financiële grootmachten, de troetelkinderen van het regime. Dit bevestigt enkel wat het ABVV en de BSP sinds vele jaren herhalen.

Maar, dhr. De Saegher is niet consequent in zijn oppositie tegen de holdings. Hij stelt immers geenszins voor, dat in de plaats van hen nieuwe fiscale geschenken uit te reiken, men hen sterker zou taxeren. Integendeel! Nadat hij eerst luidkeels de vele fiscale voordelen van de holdings had aangeklaagd, trok hij vervolgens daaruit de conclusie ... hen toch nieuwe voordelen te schenken, op voorwaarde dat zij die gerealiseerde meerwaarden in de z.g. ontwikkelingsgebieden (d.i. de gewesten met hoge structurele werkloosheid) zouden beleggen!

Men weet dat die gewesten bijna allemaal in Vlaanderen liggen. Daarom hebben de Vlaamse nationalisten dit initiatief van dhr. De Saegher warm begroet en toegejuicht. Het amendement van dhr. De Saegher vond echter aan de rechterzijde van de Kamer slechts drie stemmen: die van de heren De Saegher, Van den Daele en Van der Elst. Alle socialisten, incl. de Waalse hebben er nochtans voor gestemd. Dit houdt de Vlaams nationalistische pers zorgvuldig haar lezers verborgen.

Dat de regering Eyskens niets tegen de holdings durft te ondernemen, dat weten wij vanaf de dag van haar samenstelling. In haar schoot bevinden zich immers talrijke rechtstreekse vertegenwoordigers van het grootkapitaal en de financiële grootmachten. Maar dhr. De Saegher is naïef — of stelt zich naïef aan — wanneer hij meent dat zijn amendement ‘miljarden’ zou hebben vrijgemaakt voor de industrialisatie van Vlaanderen. En de Vlaamse nationalisten die hem braaf napraten, schijnen niet veel meer van die zaak te snappen dan hijzelf.

Wat is nu de belangrijkste toedracht van de zaak? De grote holdings bezitten in hun portefeuille voor tientallen miljarden F aandelen, die vandaag veel meer waard zijn dan tien jaar geleden. Vermits zij die nu mogen verkopen zonder op dit verschil belasting te moeten betalen, zou men kunnen aannemen, dat inderdaad ‘miljarden’ zouden worden vrijgemaakt. Maar in werkelijkheid willen de grote holdings hun meeste aandelen niet verkopen, — en dit niet omdat zij vrezen teveel belasting te moeten betalen, maar omdat voor hen het bezit van die aandelen geen speculatief doel heeft, maar het doel de grote bedrijven van ons land te controleren.

Wie zou zo naïef zijn te geloven — om enige voorbeelden aan te halen — dat nu de meerwaarden zijn getaxeerd, Brufina-Cofindus hun aandelen Cockerill Ougrée op de markt gooien, of de Société Générale hun aandelen in de ACEC, en de Compagnie Maritieme Belge (langs de Ufimor om), in de Brugeoise, in de Union Minière, de Vieille Montagne, de Metallurgie de Hoboken, enz.? Dit te geloven dat de holdings zelf hun industrieel rijk zouden willen ontmantelen. Niets is minder waar.

De ontlasting van de gerealiseerde meerwaarden zal dus enkel kleine holdings hun aandelen doen verkopen, en de grote holdings zullen zich misschien van de een of andere marginale belegging ontdoen. Maar dat slaat niet op miljarden, verre van daar. En het is belachelijk aan te nemen dat die sommen zouden volstaan voor de industrialisatie van Vlaanderen!

Talrijke Vlaamse nationalisten spreken zich nu duidelijk uit: het zijn de holdings — en niet de ‘Walen en Franssprekende Brusselaars’, en nog minder ‘de socialisten’ — die verantwoordelijk zijn voor de onderontwikkeling van talloze Vlaamse gewesten. Maar daaruit kan men slechts een logische conclusie trekken: wat het privaat initiatief niet heeft willen of kunnen doen, dat moet nu de gemeenschap ondernemen! Waarom eisen zij niet, met ons, de oprichting van een Nationale Beleggingsmaatschappij, die over miljarden beschikt, en, op basis van een door het Planbureau uitgewerkt ontwikkelingsplan, stelselmatig de industrialisatie van Vlaanderen verwezenlijkt?

Zij zijn misschien te zeer bevangen in de gedachtewereld van het ‘privaat initiatief’? Vrezen zij misschien op hun beurt ‘de holdings af te schrikken’? Hebben zij er niet aan gedacht dat vijftig jaar Vlaamse politiek geketend aan rechtse partijen, vijftig jaar politiek was ten voordele van diezelfde holdings, die Vlaanderen tot een onderontwikkeld land hebben gemaakt? Beseffen zij niet, dat de heren De Saegher, Van den Daele en co nog steeds deel van uitmaken van de partij ... van dhr. Schot?