Friedrich Engels

Aan Johann Philipp Becker


Geschreven: 8 september 1879
Bron: Tegen het reformisme, Uitgeverij Progres, Moskou 1990. Een bundel teksten (extracten) rond het thema reformisme
Vertaling: Uitgeverij Progres
Deze versie: Spelling - Voetnoten zijn niet overgenomen
Transcriptie/HTML en contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive, februari 2009

Laatste bewerking: 08 februari 2009


8 september 1879

In Zürich is een nieuw officieel partijorgaan op stapel gezet [Sozialdemokrat. Red.] waarover de leiding — onder hoofdcontrole van de Leipzigers — zal worden opgedragen aan de Zürichse Duitsers; ik kan niet zeggen dat ze mij vertrouwen inboezemen. In elk geval bevat het Jahrbuch für Sozialwissenschaft, dat door een van hen, Höchberg, wordt uitgegeven, wel heel curieuze zaken: de partij zou onjuist handelen als arbeiderspartij en door onnodige aanvallen op de bourgeoisie zichzelf de wet tegen de socialisten op de hals hebben gehaald; er moet geen revolutie komen, maar een duurzame vredige ontwikkeling enz. Dit is lafhartige onzin, begrijpelijkerwijs koren op de molen van Most en natuurlijk zou Most deze gelegenheid niet aan zich voorbij laten gaan, zoals je kunt opmaken uit de laatste nummers van de Freiheit. Uit Leipzig ontvingen we het voorstel mee te werken aan het nieuwe orgaan, waarop we positief reageerden, doch later negatief, nadat we erachter waren gekomen, in wiens handen de directe leiding gaat rusten. Na het verschijnen van het reeds genoemde Jahrbuch verbraken we definitief alle contacten met degenen, die trachtten de partij te belasten met dergelijke nonsens en dat soort hielenlikkerij, oftewel met Höchberg en zijn club. De Leipzigers zullen spoedig inzien wat voor bondgenoten zij hebben getroffen. Bovendien breekt weldra de tijd aan om op te treden tegen de filantropisch ingestelde grote en kleine bourgeois, studenten en doctoren, die de Duitse partij binnendringen en trachten de klassenstrijd van het proletariaat tegen zijn onderdrukkers op te doen lossen in een algemeen broederlijk verbond tussen de mensen. En dit gebeurt op een moment, wanneer de bourgeois, met wie zij ons dit broederlijk verbond willen laten aangaan, ons voor onwettig verklaren, onze pers ontwrichten, onze vergaderingen uiteenjagen en ons zonder veel woorden uitleveren aan de willekeur van de politie. De Duitse arbeiders zullen nauwelijks instemmen om aan deze campagne deel te nemen.

Vertaald uit het Duits


Zoek knop