Geschreven: 25 januari 1895
Bron: Tegen het reformisme, Uitgeverij Progres, Moskou 1990. Een bundel teksten (extracten) rond het thema reformisme
Vertaling: Uitgeverij Progres
Deze versie: Spelling - Voetnoten zijn niet overgenomen
Transcriptie/HTML en contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive, februari 2009
Laatste bewerking: 10 februari 2009
25 januari 1895
De geschillen in de partij raakten me maar weinig; het is veel beter wanneer er van tijd tot tijd zoiets gebeurt en de mensen hun meningen naar voren brengen, dan wanneer ze in een sluimering raken. De steeds sterker wordende, onstuitbare groei van de partij in omvang leidt er juist toe dat de nieuwe elementen moeilijker te verteren zijn dan die voorheen erbij kwamen. De arbeiders van de grote steden, dus de meest intelligente met het meeste zelfbewustzijn, hebben we al binnen. Degenen die nu aankloppen zijn ofwel arbeiders van de kleine steden of de agrarische rayons, ofwel studenten, uitvoerders e.d., ofwel met faillissement kampende kleine bourgeois en kleine ambachtslui van het platteland die nog een lapje grond bezitten of pachten en nu ook nog eens de echte kleine boeren. En aangezien onze partij in wezen de enige daadwerkelijk progressieve partij is en bovendien de enige die sterk genoeg is om zekere successen te boeken, is het niet moeilijk om toe te geven aan de verleiding — behulp van lichte socialistische agitatie ook in te werken op de middelgrote en grote boeren die onder de schulden zitten en zich gaan roeren — in het bijzonder in die gebieden waar ze binnen de boerenbevolking domineren. Daarbij treden ze voorzeker ook buiten de grenzen van het voor onze partij principieel toelaatbare; in zo’n geval leidt dat tot zekere meningsverschillen, maar onze partij beschikt over een zo sterk organisme, dat zij er geen centje pijn van zal hebben. Niemand is zo dom om zich serieus af te willen splitsen van de brede partijmassa en zo zelfverzekerd om te denken dat hij naast onze grote partij nog eens een piepklein privé-partijtje kan oprichten, in de trant van de Zwabische Volkspartij, waarvan het aantal leden met succes is toegenomen van zeven tot elf Zwaben. Al deze meningsverschillen vergroten alleen maar de teleurstelling van de bourgeoisie, die alweer zo’n twintig jaar op een scheuring rekent en die ook gedurende diezelfde twintig jaar zijn best doet om ons te behoeden voor zelfs het gevaar van een mogelijke scheuring. Zo is het ook nu gesteld met het wetsvoorstel over het afwenden van een staatsgreep, met het bevorderen van Liebknecht tot voorvechter van de rechten van de Rijksdag en de rijksconstitutie en met de dreigende staatsgreep en de wetsovertredingen van bovenaf. Natuurlijk, ook bij ons worden domheden begaan, maar om zulke tegenstanders de gelegenheid te geven het van ons te winnen, zouden we wel zo’n eclatante stommiteit moeten bieden, zoals je die momenteel nog niet met de grootste rijkdommen ter aarde kunt kopen. Overigens zou jouw plan om de jonge generatie ook eens een keertje aan het roer van de partij te laten staan en dan met het hoofd tegen de lamp te laten lopen, zo slecht nog niet zijn, maar ik denk dat ze ook zonder dat experiment wel wijsheid zullen vergaren.
Vertaald uit het Duits