Geschreven: maart 1941
Bron: Voor vrijheid en socialisme, Gedenkboek van het Sneevliet Herdenkingscomité, 1953.
Oorspronkelijke publicatie in Spartacus begin maart 1941.
Deze versie: Spelling
Transcriptie/HTML: Paul Benschop
Contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive
Laatste bewerking: 02 april 2010
Verwant: •'Tegen fascisme, kapitalisme en oorlog' •Geert Sterringa |
Op de scheepswerven in Amsterdam-Noord liep reeds kort na de aanval van de NSB op de Jodenbuurt het gerucht, dat de Duitsers een aantal jonge metaalbewerkers van die werven zouden verplichten om naar Duitsland te gaan. Het dreigende gevaar van opvordering der benodigde arbeidskrachten, dus toepassing van hetzelfde middel dat bij het annexeren van voorraden op grote schaal gebruikt is, wekte verzet onder de arbeiders op de werven. Zij kwamen tot het besluit, dat bij doorzetting van de Duitse plannen alle arbeiders in staking zouden gaan.
Reeds op maandag 17 februari kregen de werfarbeiders de gelegenheid hun voornemen in de daad om te zetten. In vier grote bedrijven werd de staking een feit en 24 uur later was met deze directe actie het doel bereikt. De Duitse autoriteiten moesten ervan afzien om door dwang de beschikking over de arbeidskrachten, die zij wensten, te verkrijgen. Een solidariteitsstaking: het ging niet om materiële voordelen. Arbeiders van de meest uiteenlopende richting, die jarenlang tot geen gezamenlijke actie waren gekomen, stelden zich op de bres voor de bedreigde maats.
Op die 17e februari is de strijd van het derde front in Nederland werkelijkheid geworden. Toen op deze actie de razzia is gevolgd van de Duitse politie die de gevangenneming van 400 Joden ten doel had, bleek voor het Amsterdamse proletariaat het ogenblik gekomen te zijn om voor de solidariteitsstaking tegen bruut geweld, waarmee geheel Amsterdam zich bezighield, af te kondigen.
Naarmate in de loop van maandag 24 februari in de bedrijven meer bijzonderheden bekend werden over de uitspattingen van de Duitse politie tegenover de Joden, in die mate groeide de wil van de arbeiders om naar het stakingswapen te grijpen. In oorlogstijd wordt het derde front overal geboren en toont het zijn bestaan in massaverzet der arbeiders.
De beide imperialistische fronten pogen tevergeefs dat verzet te onderdrukken. Het ontwaakt spontaan. Het laat zich overal gelden, waar de afschuwelijke gevolgen van de oorlog zich sterk openbaren.
Gelukkig, dat wij bij het Nederlandse proletariaat lang sluimerende krachten zien ontwaken en richting geven aan grote daden van de arbeiders. Sedert 25 februari is het zo, dat de machtigste uiting van proletarisch verzet, die tot dusver is voorgekomen, van Amsterdamse proleten afkomstig is. Het woord van het Derde Front is in de laatste weken op directe wijze tot de arbeiders gesproken. Parolen zijn uitgegeven. Tegenover het brute machtsvertoon van de Duitse heersers en hun Hollandse vrienden is de noodzakelijkheid aangegeven van de vorming van stoottroepen in de arbeidersbuurten.
Aan de arbeiders in de bedrijven is gezegd: beantwoordt iedere daad van tirannie met staking, verlaat de werven en de werken, stroomt uit de fabrieken.
En in enkele dagen is dit woord vlees geworden en heeft het de gestalte van de politieke massastaking van Amsterdams overheidspersoneel, van duizenden arbeiders uit de vrije bedrijven, van kantoorbedienden en winkelpersoneel aangenomen.
Dit wonder beleven wij na negen maanden bezetting. Terwijl langs de landwegen van Holland in de buurt van Amsterdam opgejaagde Joden met handkarren de vlucht nemen om bij familie in de provincie onder te duiken - geen plutocraten maar armoejoden - beleven de duizenden, die de strijd opnamen, met de daad het oude woord: “Proletariërs aller landen, verenigt u. Gij hebt slechts uw ketenen te verliezen, gij kunt een wereld winnen”.
De vonken, die van het aambeeld van Spartacus spatten, bereiken de fabrieken in de Zaanstreek, in Hilversum en elders. Zij laaien op tot hoge vuren: “Gans het raderwerk stil, als uw machtige arm het wil”.
Niemand kan de kracht meten die in deze beweging is opgesloten. Iedereen begrijpt dat de klassenvijand in de gehele wereld machtig is. Maar iedereen begrijpt ook dat diezelfde vijand in oorlogstijd buitengewoon trefbaar is. Arbeiders, die in Duitsland tewerkgesteld zijn en uit verschillende streken komen, rapporteren bij hun bezoek aan Holland: Zeker de helft van de bevolking moet van het Hitler-regime niets hebben. Wie de gezichten leest van Duitse proleten in uniform, die hier opgehoopt zijn voor het grote avontuur, dat Hitler en zijn generale staf willen ondernemen, bespeurt bij vele ouderen, maar ook bij jongeren de geweldige angst voor dit avontuur. Als het zo ver is zullen honderdduizenden de verdrinkingsdood in de Noordzee en het kanaal ondergaan. Andere honderdduizenden, die Engeland zouden bereiken, zullen omkomen, terwijl zij hun klassengenoten in Engeland trachten te verdelgen. Hoogtijdagen voor de dood zijn op komst. Engelse en Duitse vrouwen en moeders zullen in de rouw worden ondergedompeld.
Het grote avontuur werpt zijn schaduwen vooruit. In de harten van vele Duitse proleten in uniform moet er nu een felle bewogenheid zijn, als zij Spartacus gaan zien door de straten van Amsterdam en andere steden.
Een ongekend gebeuren kan het genoemd worden, wat zich op 25 en 26 februari in de Nederlandse arbeiderswereld heeft voorgedaan. Was reeds het bewijs van spontaan verzet en klassensolidariteit dat de arbeiders en arbeidersvrouwen van de Amsterdamse Jordaan, Eilanden en andere buurten in de week van 9-15 februari gaven, toen zij met de mishandeling bedreigde bewoners der Jodenbuurt te hulp snelden een prachtige en hoopgevende daad, wat zich op deze gulden data der Nederlandse arbeidersbeweging afspeelde, was zo groots, zo machtig en gelijktijdig beheerst, dat het voor duizenden een vervulling van lang gekoesterde wensen is geweest.
Wij hebben tot taak ons te beperken tot een zo beknopt mogelijk overzicht der gebeurtenissen. Onnodig te vermelden dat dit zeer onvolledig zal zijn en ook ten dele moet zijn. Indien wij bijvoorbeeld zouden vermelden hoe, waar en op welke wijze deze tactiek is ontstaan, zouden extra maatregelen voor de ‘bacildragers van het verzet’ wellicht niet uitblijven.
Na de gebeurtenissen van 9-15 februari, waarbij de NSB haar ‘martelaar’ Koot ten grave kon dragen, was enerzijds duidelijk dat de NSB zich zelfs met haar WA en SS in Amsterdam niet meer behoefde te vertonen, terwijl aan de andere kant represailles niet konden uitblijven. Toen dan ook op zaterdag 22 en zondag 23 februari wederom de Jodenbuurt tot toneel van beestachtigheden werd, ditmaal bedreven door de Grüne Polizei, stond de Amsterdamse arbeidersmassa machteloos tegenover het groene gespuis dat overal uit de huizen en van de straten de mannen tussen 20 en 35 jaar op concentratiekamp manier in hun gereedstaande auto’s sleurde, onderwijl met mitrailleurs de situatie beheersend.
Machteloze woede was op de gezichten der Amsterdamse bevolking te lezen, haat tegenover het Nationaal Socialistisch elitetuig was alom. ’s Maandags was de Jodenbuurt weer gesloten en hingen op verschillende plaatsen berichtjes namens de diamant-indutrieel Asscher en professor Cohen, dat de arrestaties nu waren beëindigd. Evenwel werden in andere stadsdelen waar Joden wonen, dezelfde tonelen van zondags herhaald en eveneens jonge Joden gearresteerd. Maandagavond was de afsluiting der Jodenwijk met prikkeldraadbarricades een feit en waren nog slechts enige – bewaakte – toe- en uitgangen naar deze buurt.
En dinsdag... was er de staking! In de vroege morgenuren was bijkans het gehele gemeentepersoneel in staking gegaan. Reden er aanvankelijk, doordat sommige remises niet tijdig de lucht van de gebeurtenissen hadden gekregen, nog enige trams; deze verdwenen spoedig uit het stadsbeeld. De tram lag plat, de reiniging, de veren staakten. En de golf sloeg over op de particuliere bedrijven. De Fokkerfabrieken, de metaalfabrieken, de scheepswerven, de magazijnen en kantoren legden het werk neer. En tenslotte gingen de kleinere bedrijven en bedrijfjes in staking.
Die bedrijven, welke voor de bezetter van groot belang waren, werden meteen door militairen bezet, zodat daar alleen gewerkt werd onder de druk van wapenen.
Dit was het geval bij de telegraaf en telefoon.
Amsterdam verkeerde in feeststemming. Een vertrouwen en zelfbewustzijn, zoals dat sinds de oorlog en de daarop gevolgde capitulatie niet meer het geval was geweest, had zich van de ganse bevolking meester gemaakt. Ruige proleten wekten de laatsten, die aan het werk gebleven waren, op zich bij hun te scharen, wat veelal gelukte; kantoorheren met hoeden, die eveneens door de stakingsgolf gegrepen waren, wekten de verkeersagenten bij de stopboorden op de Dam op, zich met de massa te verbroederen, hetgeen minder succes had. De eisen van de stakers waren: Tegen de Jodenvervolging en vrijheid van alle geïnterneerden.
Om 12 uur lag Amsterdam plat.
Enorme massa’s deinden in onafzienbare rijen de hoofdverkeerswegen af, allen uit op nieuws, op bijzonderheden, allen reikhalzend naar het verdere verloop. Tot nu toe was er weinig vertoon van Duitse zijde geweest, maar ’s middags begon de Grüne Polizei door de stad te razen. In grote vrachtwagens bemand met een zestiental, tot de tanden gewapende mannen, de mitrailleur op de menigte gericht, rosten zij door de straten, nu eens klakkeloos op de ongewapende massa schietend, dan weer plompverloren de eivolle trottoirs oprijdend. Zo moeten talrijke slachtoffers, waarover ons geen nadere informatie ten dienste staan, zijn gevallen.
Opmerkelijk was dat beide dagen weinig of geen Duitse soldaten in de Amsterdamse straten te zien waren. De legerleiding vreesde het klaarblijkelijk, de proleten in uniform de aanblik te geven van een dergelijke grootse manifestatie van de arbeidersmacht. Maar al of niet op straat zijnde, zullen de Duitse soldaten zeker toch kennis genomen hebben van de feiten en zullen zij geïnfecteerd zijn met dit voor hen lang ontbeerde begrip, dat de proletenmassa zelf tegenover het nazi-geweld een factor van verlammende betekenis kan zijn. En de NSB? Deze was gedurende de dagen der actie niet te zien. Hadden zij de dag vóór de staking in de dagbladen geadverteerd met hun nieuwe uitgave genaamd ‘Volksopstand of onderwereld-terreur?’, dan werd hun op 25 februari ondubbelzinnig te verstaan gegeven, wat de massa als volksopstand en wat zij als onderwereld-terreur aanmerkte. Zeer weinig speldjes, in het geheel geen uniformen der NSB waren er te bespeuren.
Oorspronkelijk had bij de meeste protesterenden tegen de nazi-terreur de bedoeling voorgezeten de staking 24 uur te laten voortduren, maar toen in de loop der dinsdag berichten binnenkwamen over stakingen die in Hilversum waren uitgebroken (NSF, Eysink, Ripolin) en in de Zaanstreek, over mogelijke uitbreiding in andere steden, over eventuele spoorwegstaking, achtte men het verkeerd de staking in Amsterdam op te heffen op het moment dat zij in andere plaatsen zou aanvangen. Een tweede termijn van 24 uur werd dus aan de eerste gekoppeld.
Ook woensdag breidde de staking zich in Amsterdam nog uit. De werkverschaffingarbeiders, die dinsdags nog niets van de staking wisten, kwamen er woensdag bij. Bedrijven, die dinsdag te geïsoleerd hadden gestaan om uit te breken, kwamen er ook nog bij. Op woensdag kon derhalve nog een aanmerkelijke uitbreiding van de staking geconstateerd worden. Uit de rest van het land staan ons, terwijl wij dit schrijven, nog niet voldoende gegevens ter beschikking, maar ook hier werd op verschillende plaatsen de actie aangenomen. Evenals dinsdag ging ook woensdag de Grüne Polizei weer beestachtig te keer. Op verschillende punten in de stad werden mitrailleurs opgesteld, uit auto’s werd op de massa geschoten, naar groepen rustig wandelende voorbijgangers werden handgranaten geworpen. Ook hierbij zijn slachtoffers gevallen, waarvan geen juiste opgave te verkrijgen is. Zeker is echter, dat tientallen gewonden naar de ziekenhuizen werden vervoerd en wat nog veel erger is, dat er wel meer dan 20 doden te betreuren zijn. Dit beestachtige optreden zal noch door het Amsterdamse, noch door het gehele proletariaat vergeten worden. De doden zullen herdacht worden en te zijner tijd gewroken.
Hoe het verdere verloop der gebeurtenissen mag zijn, welke maatregelen genomen worden, vast staat dat onze theorieën, welke jarenlang zonder veel zichtbaar resultaat voorbereid zijn, bewaarheid zijn. Voor een zuiver ideëel doel, uit solidariteit met een vertrapt deel der klasse, is de massa in beweging gekomen en heeft de overheerser te verstaan gegeven dat pogroms hier niet geduld worden. Als dan ook de arbeiders na hun waarlijk grootste manifestatie weer gesloten in het bedrijf zijn teruggekeerd, kunnen wij hun slechts dit ene toeroepen, dat zeker bewaarheid zal worden:
Gordt u tot nieuwe strijd
Door middel van het vormen van illegale comité’s dient tevens er aan te worden gewerkt dat bij een volgende aanleiding tot een dergelijk machtig protest gelijktijdig door het gehele land het klassenwapen van de staking ter hand wordt genomen. Op iedere uitdaging van de bezetter zal het proletariaat waardig antwoorden!