Ingezonden

Grafici in discussie


Bron: De Internationale, orgaan van de Nederlandse sectie van de IVe Internationale, aug. 1965, jg. 8.
Deze versie: spelling
Transcriptie/HTML en contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive
| Hoe te citeren? — Graag bronvermelding !

Qr-MIA

       


Deel deze tekst met een kennis
Het e-mailadres:


Een anonieme schrijver in het juninummer van De Internationale van het artikel: “ANGB maakt de royementen ongedaan” (van de leden der Centrale Commissie van Vertegenwoordigers van Dagbladbedrijven en Grafische industrieën), ziet een paar belangrijke feiten over het hoofd.

Ten eerste is het de vraag of degenen die nog niet weer in genade zijn aangenomen, er zo bijzonder veel prijs op stellen weer ANGB- lid te mogen worden en ten tweede staat het te bezien of ze ooit nog bereid zullen zijn zich in welke vorm dan ook met oppositievoeren of zelfs maar met democratisch bondswerk (wat de schrijver daaronder dan ook moge verstaan) willen bemoeien. Het zou wat anders zijn geweest als een jaar geleden een grote groep typografen voldoende karakter had getoond om naast deze commissie te blijven staan toen er geroyeerd werd. De uitgave van een goed geredigeerd oppositieblad was dan mogelijk geweest door een actieve pressure-groep naast en in de bonden. Want achteraf kan worden vastgesteld dat het argument waarvan sommigen zich bedienden namelijk “lid van de ANGB blijven om te kunnen doorvechten voor intrekking van de royementen en een positievere vakbondspolitiek” niets anders is geweest dan een rookgordijn om er verder het zwijgen toe te doen en de zaken maar op hun beloop te laten. Dit geldt juist vooral hen die indertijd in Artis zo’n kabaal schopten, niet beseffend dat ze daarmee de geroyeerde collega’s de slechtst mogelijke dienst bewezen. Want op de laatste door schrijver besproken vergadering werd het afdelingsbestuur bij acclamatie herkozen, doodeenvoudig omdat men in geen enkel bedrijf in Amsterdam zelfs maar op de gedachte was gekomen een tegenkandidaat te stellen. Ten derde levert de schrijver zelf het bewijs door in een blad dat maar door weinig typografen wordt gelezen, de intrekking van bedoelde royementen aan de orde te stellen en dan nog wel anoniem. Waarom heeft hij dat op die laatste vergadering niet gedaan en, waarom snijdt hij deze zaak niet aan in Grafia en dan onder zijn eigen naam? Het enige wat hem kan gebeuren is dat zijn artikel geweigerd wordt. Of is hij in een land waar de persvrijheid als een der hoogste verworvenheden te boek staat, bang dat ook over hem de banvloek wordt uitgesproken?

Helemaal op de hoogte is schrijver trouwens ook niet want de vijfdaagse werkweek is in de grafische industrie sinds enige jaren verwerkelijkt. Maar waarschijnlijk bedoelt hij invoering van de vijfdaagse in de dagbladbedrijven.

Nee, voor mij staat vast dat de Nederlandse typografen precies de vakbonden, bestuurders én cao’s hebben welke zij waard zijn. Zeker 70 à 80 % behoren wat mentaliteit betreft tot de ongeorganiseerden die alleen maar lid van een vakbond zijn omdat hun werkgever dat van hen verlangt. De grafische bonden mogen dan wel groot in ledental zijn, het zijn reuzen op lemen voeten zonder veel innerlijke kracht.

En van dit feit zijn de grafische werkgevers zich bijzonder goed bewust zoals reeds vaak is gebleken. Dat het mogelijk is de goedkeuring van de grafische cao een half jaar te traineren én dat de werkgevers niettegenstaande het schreeuwend tekort aan mensen “neen” durven zeggen zonder dat er door de vakbonden zelfs maar in een of andere vorm daadwerkelijk wordt geprotesteerd is hiervan een doorslaggevend bewijs.

W. SPOELDER (Amsterdam)

Een antwoord
Het spijt mij voor Spoelder, voor wie ik geen geheimen heb, dat ik weer anoniem moet blijven. In de “vrije vakbeweging” van dit land is nog steeds geen plaats voor communistische grafici en ter wille van het voortzetten van de strijd tegen vriend v.d. Boogaart c.s. moet ik dus anoniem blijven. Hopelijk duurt het niet al te lang meer.

Ik meen overigens geen feiten over het hoofd te hebben gezien in mijn eerste artikeltje. Als buurman op de N.Z. Voorburgwal zal Spoelder mij moeten excuseren, dat ik het dagbladbedrijf vereenzelvigd heb met het grafische bedrijf wat de vijfdaagse werkweek aangaat. Voor mij is er geen vijfdaagse werkweek in het bedrijf als niet alle bedrijfsgenoten ervan kunnen profiteren.

De problemen verbonden aan de democratisering en het strijdbaar maken van de grafische bonden zijn zeer gecompliceerd. Uit het artikel van Spoelder dat in het eerste nummer van “Grafici en Democratie” (januari 1964) is afgedrukt nadat het door de redactie van het bondsorgaan Grafia was geweigerd heeft ieder kunnen leren dat ingrijpende democratisering van de ANGB, op basis van de statuten en reglementen van de bond schier onmogelijk is.

De meer dan 75 jaar oude bondsbureaucratie heeft zich “ondanks bar getij” een statutaire levensverzekering opgebouwd die slechts met “buitenstatutaire middelen” vernietigd kan worden.

De bekende vergadering van vakgroep I die in Amsterdam in Bellevue op 2 nov. 1963 werd gehouden is het voorbeeld van zo’n explosie. Het bestuur werd daar door 1200 grafici onder de voet gelopen. De woordvoerders van de leden waren verrast door het succes maar nog meer overrompeld. De bureaucraatjes hebben handig gebruik gemaakt van de onervarenheid van de Centrale Commissie en hebben rustig hun tijd afgewacht met het gewone bord voor hun hoofd en ondanks de vernietigende afkeuring van hun beleid.

Over de schok heen gekomen heeft de bondsleiding, na de goedkeuring van de cao, met de Centrale Commissie afgerekend.

Deze “eer” werd gegund aan de vicevoorzitter De Boer op de bijeenkomst te Utrecht. Deze was goed voorbereid. De claque in de zaal die de cao moest goedkeuren bestond uit afdelingsbestuurders, chefs (die over onze cao, stemden) en winkelagenten. De oppositie, reeds zwak vertegenwoordigd, kwam nauwelijks aan het woord en op een teken van De Boer begonnen de heren in de zaal te brullen als een oppositiewoordvoerder het woord wilde nemen. Spoedig daarna was het moment gekomen voor het royement van de leden van de Centrale Commissie van vertegenwoordigers. Moeten wij nu de collega’s verwijten – zoals Spoelder doet – dat zij de bond niet hebben verlaten en hun bondsboekjes niet hebben ingeleverd bij de Commissie? Naar onze mening heeft dat verwijten maken geen zin. Wij moeten ons realiseren welke fouten, er zijn gemaakt. De novembervergadering was een hoogtepunt. De grote zwakte van de Centrale Commissie kwam tot uiting bij het organiseren van de oppositie. Aanvankelijk als stakingsleiding tot stand gekomen werd de Commissie voor een taak geplaatst die hij niet aankon. De contacten met de bedrijven waren niet hecht georganiseerd. De Centrale Commissie is niet van het tapijt verdwenen omdat de “legaliteit” van de bonden werd overtreden door het geven van wat de bureaucraten noemen “tegenleiding” en het uitgeven van een blad. Het omgekeerde is waar. De Commissie is tot non-activiteit geprest omdat hij te weinig had georganiseerd en de leidingen van de bonden zich konden herstellen.

Het is onjuist te stellen, dat iedere vakbond de leiding heeft die hem toekomt. Men kan dat slechts zeggen als de leden in staat zijn hun leidingen op democratische wijze te kiezen. Het boven aangehaalde artikel van Spoelder zelf is het bewijs dat die mogelijkheid bv. in de ANGB niet bestaat en dat het veranderen van die toestand bijzondere maatregelen vereist.

Wat is onze conclusie uit dit alles? De strijd tegen de vakbondsbureaucratie, die zich inderdaad laat aanleunen dat de cao, rustig op een zacht pitje wordt gezet, moet geduldig, secuur en georganiseerd worden voorbereid. Hij moet aanvangen met het stellen van de eis dat alle royementen ongedaan moeten worden gemaakt. In alle bedrijven moet deze eis weerklinken. Hij dient gekoppeld te worden aan eisen voor de verbetering van de loon- en arbeidsvoorwaarden.

De strijd zal aangebonden moeten worden voor het recht van de Centrale Commissie van vertegenwoordigers van Dagbladbedrijven en Grafische Industrieën om als overkoepelingsorgaan van de personeelscommissies te gaan fungeren. Natuurlijk zal daar hevig verzet tegen zijn en alle mogelijke formele redenen zullen worden aangevoerd waarom dat niet mogelijk is. Wij hebben echter in onze strijd geleerd, dat alles een kwestie van krachtsverhoudingen is. Vergeet niet dat de bondsbesturen maandenlang moesten wachten voordat zij tegen de Centrale Commissie konden optreden. Waarom was dat? Omdat zij bang waren en wisten dat vele duizenden grafici achter de Commissie stonden. In feite is dat nog steeds het geval.

Deze lessen moeten niet vergeten worden. Mijn antwoord is een beetje lang, maar het is ook niet alleen voor Spoelder bedoeld.
GRAFICUS