Bron: De Internationale, orgaan van de Nederlandse sectie van de IVe Internationale, april 1967, jg. 10
Deze versie: Spelling aangepast
Transcriptie/HTML en contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive
| Hoe te citeren? — Graag bronvermelding !
Onze organisatie vindt het noodzakelijk de volgende verklaring te publiceren die de kameraden Sneevliet en G. Vereeken rehabiliteert, die ervan beschuldigd waren door nalatigheid bijgedragen te hebben aan de tragische ontknoping van de zaak-Reiss.
De onthullingen omtrent de werkelijke politieke activiteit van een zekere Sborowsky, alias Etienne, maken deze rehabilitatie tot een plicht van een elementaire proletarische moraal.
Onze organisatie verheugt zich in het bijzonder op de geboden gelegenheid om deze plicht te vervullen tegenover de voorbeeldige revolutionaire activiteit van kameraad G. Vereeken en tegenover zijn voortdurende trouw aan de principes van het revolutionaire marxisme.
(1 juni 1966)
Het IS van de Revolutionair-Marxistische Tendens van de IVe Internationale
Pas kort geleden heeft onze organisatie zich bezig gehouden met een van de meest duistere en de meest verbijsterende bladzijden van onze beweging: de misdadige handelingen van de GPOe-agenten in onze beweging en haar tragische gevolgen.
Op 1 augustus 1937 publiceerde La Lutte Ouvrière, het orgaan van de Revolutionair Socialistische Partij (a), aangesloten bij het Centrum voor de IVe Internationale, een brief van Ignace Reiss, getekend met de voornaam Ludwig en gericht aan de Communistische Partij van de Sovjet-Unie.
Hierin schreef deze strijder, een hoofdofficier van de GPOe:
“De brief die ik jullie op dit moment schrijf, zou reeds lang geleden verstuurd hebben moeten zijn, reeds op de dag waarop de “Vader van de Volkeren” de “Zestien” in de kelders van Loebjanka liet vermoorden. (De zestien slachtoffers van het eerste Moskouse proces). Ik heb toen gezwegen; bij de moorden die volgden zweeg ik opnieuw; zo maakte ik me schuldig aan een ernstig verzuim. Ik zal dit echter snel herstellen om mijn geweten te ontlasten.”
Hij brak met Stalin, zond de “Orde van de Rode Vlag” die hij in 1928 voor aan de Partij bewezen diensten ontvangen had terug, en verklaarde nogmaals zijn geweten te willen ontlasten omdat hij zolang had gewacht met het aan de kaak stellen van de smerige misdaden van Stalin en hij besloot in het vervolg “zijn bescheiden krachten in dienst te stellen van de leer van Lenin, voor de overwinning van de proletarische revolutie en om de mensheid te redden van het kapitalisme en de Sovjet-Unie van het stalinisme.”
De Internationale GPOe kwam in beweging en de rampzalige mensenjacht dwars door Europa begon. Veertig dagen later, op 4 september 1937, werd Reiss in Zwitserland neergeschoten tijdens een mitrailleuroverval.
Deze tragische moord had zeer zware consequenties in onze beweging.
Voordat hij de verklaring omtrent zijn breuk met de Communistische Partij van de S.U. had verzonden, was Reiss in contact getreden met H. Sneevliet, de voorzitter van de RSAP, die hij omstreeks 1927 in de IIIe Internationale had gekend.
H. Sneevliet wiens partij toen in wezen gescheiden was van het Centrum voor de IVe Internationale, zocht Vereeken, toen secretaris van de PSR, op om hem deze verklaring te overhandigen en om te besluiten deze buitengewone zaak door te zetten. Deze verklaring was eveneens gezonden aan het Internationaal Secretariaat, aan de zoon van kameraad Trotski (b), aan Trotski zelf en aan de trotskistische organisaties van die periode. Om de elkaar opvolgende gebeurtenissen te begrijpen moet men rekening houden met de volgende factoren:
1. Tussen kameraad Trotski en het IS ondersteund door de meerderheid van de internationale organisatie en Sneevliet, ondersteund door de RSAP, Vereeken en een belangrijke minderheid van de PSR, waren er vrij belangrijke politieke en tactische verschillen.
2. De kameraden Sneevliet en Vereeken wantrouwden instinctmatig de omgeving van Sedov. Men mag niet uit het oog verliezen dat deze gebeurtenissen plaats vonden in 1937-1938, de verschrikkelijkste jaren voor de tegenstanders van de Sovjetbureaucratie én het stalinisme.
In deze atmosfeer moest het moeilijke onderhoud tussen Sedov (Parijs), Sneevliet (Amsterdam), Serge (Parijs) en Reiss (Zwitserland) georganiseerd worden. Een onderhoud dat nu eens om die moeilijkheid, dan weer om een andere reden werd uitgesteld. Toen ten slotte het onderhoud op 6 september te Reims werd bepaald, slaagde het IS er niet meer in Sedov te bereiken. Reiss was ook niet op de afspraak en niet zonder reden: op de avond van de 4e had een stalinistische moordenaarsbende hem in Paudex dicht bij Lausanne neergelegd, terwijl hij zijn kaartje voor Reims al in zijn zak had.
Deze dood deed de toon van de polemiek verder stijgen en 2 december 1937 schreef Trotski aan kameraad Sneevliet:
“In alle vraagstukken handelde u op een manier welke absoluut onafhankelijk was van de internationale organisatie. In de kwestie-Reiss handelde u zonder het juiste begrip en zonder de deelname van de Russische kameraden en ik geloof dat deze absoluut onbegrijpelijke houding, bijgedragen heeft tot de tragische afloop.” Een onjuiste waardering, die kameraad Sneevliet zeer ernstig trof.
Deze zware beschuldiging had een vinnige en lange discussie in de Brusselse Federatie van het PSR tot gevolg die haar ten slotte als niet gegrond verwierp.
Op 20 januari 1938 schreef L.D. Trotski aan Van, een van zijn secretarissen:
“Om het NAS (door Sneevliet geleide vakcentrale) niet te beroven van het regeringsmanna (Werklozenkas) neemt Sneevliet terwijl het vrede is een volledig bemiddelende, diplomatieke en dubbelzinnige houding tegenover zijn regering aan. Kan men een ogenblik geloven dat Sneevliet in het geval van de deelname van Holland aan een oorlog IN STAAT zou zijn een REVOLUTIONAIRE HOUDING aan te nemen? Slechts een blinde zou het kunnen geloven?”
Bovendien moest het IS ingrijpen met een van de meest ongewone brieven om de eerste beschuldiging van kameraad Trotski tegen Sneevliet kracht bij te zetten en er een nieuwe al even zware aan toe te voegen.
Deze brief was aan het EK (c) van de PSR gericht door de secretaris R. Klement die zelf ook, enige maanden later, door de GPOe werd ontvoerd en gedood. De ondertekenaars Etienne en Paulsen, de naaste medewerkers van Sedov, stelden reeds in de eerste zin van deze brief deze nieuwe lasterlijke beschuldiging: “Wij hebben gehoord dat Sneevliet en Vereeken het gerucht verspreiden dat Sedov de verantwoordelijkheid voor de dood van Reiss zou dragen.” Deze brief is gedateerd 22 februari 1938, vier dagen nadat Sedov juist op geheimzinnige wijze was gestorven, eveneens “geliquideerd” door de moordenaars van Stalin. Trotski en Natalia ontvingen enige dagen na deze tragische gebeurtenis er een afschrift van. Men kan wel begrijpen wat hun reactie ten opzichte van Sneevliet en Vereeken moest zijn die, volgens deze brief, zo schandelijk deze zoon hadden belasterd, welke zij onder zo dramatische omstandigheden zo juist verloren hadden.
Het is dus niet verwonderlijk dat kameraad Trotski het IS genoegdoening vraagt (zie in noot 1 de brief van kameraad Trotski aan het IS om de instelling van een speciale commissie aan de Internationale Conferentie en een verklaring over Vereeken te vragen).
De om Sneevliet en Vereeken geschapen sfeer door de beschuldigingen, welke afkomstig zijn van de hoogste instantie van de organisatie, van Trotski, en die onbewust door ijverige jonge kameraden werden vergroot, doet zich ongelukkigerwijs tot op het huidige ogenblik nog gevoelen, hoewel men sedert 1955 weet dat Trotski, Sedov en de gehele internationale organisatie werden bedrogen door Etienne, wiens ware naam Sborowsky is, die in werkelijkheid een van de slimste en gemeenste agenten uit de collectie van Stalin was. Sborowsky, alias Etienne, schrijft [in] het tijdschrift “IVe Internationale” van december 1955:
“Trad in 1934 tot de trotskistische beweging toe. Won het vertrouwen van de kameraden, hij behoorde tot de kleine groep van Russisch sprekenden rondom Sedov, de zoon van Trotski, verzorgde de publicatie van het “Bulletin van de Oppositie”. Hij nam aan verschillende conferenties van de trotskistische beweging deel, in het bijzonder aan het oprichtingscongres van de IVe Internationale in 1938.
In zijn verklaringen (zie noot 2) heeft Marc Sborowsky erkent mondeling en schriftelijk de GPOe te hebben ingelicht over de activiteit van Trotski, van Sedov, en van de trotskistische beweging. Zijn verslagen werden door Stalin persoonlijk gelezen. Hij verklaart de GPOe te hebben ingelicht over het ziekenhuis waar Leon Sedov in 1938 naar toe werd gebracht en waar hij enige dagen later, onder vreemde omstandigheden, stierf na voor een blindedarmontsteking te zijn geopereerd.
Hij verklaart inlichtingen aan de GPOe te hebben gegeven over de plaatsing van de archieven van Trotski in het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, 7 rue Michelet te Parijs, waaruit deze archieven op 7 november 1936 werden gestolen.
Hij verklaart de GPOe erop te hebben gewezen dat de ex-leider van de GPOe Ignace Reiss, welke met Stalin brak om zich bij de IVe Internationale te voegen, zich op zekere dag naar Reims moest begeven, de dag waarop een moordenaarsbende een aanslag op hem pleegde.”
Uit al het voorgaande en in de eerste plaats uit de brief van Etienne en van Paulsen, kan men het volgende concluderen:
1e Dat deze spion dit vernederende beroep ven 1934 tot 1941 in onze organisatie heeft uitgeoefend;
2e Dat uit deze spion in deze tragische periode alle draden van de internationale organisatie in zijn handen had en dat hij belast was met het organiseren van het onderhoud dat in Reims plaats moest vinden tussen Sneevliet, Reiss, Vereeken, Serge en Sedov. In die brief kunnen we inderdaad lezen: “Als naaste medewerker van Sedov, vanaf het begin geïnformeerd over de zaak-Sneevliet (kameraad Etienne heeft Sedov vervangen in deze zaak tijdens de vakantie van Sedov) zouden wij de volgende feiten willen vaststellen om eens en voor altijd een einde te maken aan deze geruchten”;
3e Dat hij het is die, gezien de afwezigheid van Sedov, Trotski heeft ingelicht;
4e Dat door in deze brief te schrijven: “Wij hebben gehoord dat Sneevliet en Vereeken het gerucht verspreiden dat Sedov de verantwoordelijkheid voor de dood van Reiss zou dragen.” Sborowsky-Etienne deze twee strijders opzettelijk beschuldigde om de wrijving tussen Trotski en hen te vergroten met de zeer duidelijke bedoeling de trotskistische beweging te verzwakken;
5e Dat de verdenkingen van Sneevliet en Vereeken over de omgeving van Sedov gegrond waren. Dat blijkt overigens duidelijk uit de volgende passage van deze brief: “Wanneer Etienne (hij spreekt over zich zelf en wel nadat Reiss dood is) in het Russisch of in het Pools probeerde te spreken met de weduwe van Reiss, interrumpeerde Sneevliet hem op grove wijze.” Een weinig goeds belovende manier om het wantrouwen op Sneevliet af te wentelen dat deze laatste hem openlijk betuigde. Toen hij dat begrepen had was het voor deze stalinistische agent een reden te meer om bij alle gelegenheden tegen deze strijders hardnekkig op te hitsen;
6e Dat verklaart dus waarom de speciale commissie welke door Trotski geëist werd, niet gevormd is. In plaats van Sneevliet en Vereeken te veroordelen zou zij de waarheid hebben kunnen ontdekken én dit lage individu hebben kunnen ontmaskeren.
Gezien deze feiten meent de Belgische sectie van de IVe Internationale dat het haar plicht is Henk Sneevliet en Vereeken te rehabiliteren. Zij zijn eveneens slachtoffers, maar op een ander niveau, van de handelingen van deze spion die, na Stalin en zijn moordenaars, de grootste verantwoording draagt voor de dood van Sedov, Trotski en zeer veel andere strijders.
Deze rehabilitatie wordt ook gewettigd door hun staat van dienst gedurende de Tweede Wereldoorlog. Zij zetten met hun organisaties de internationale revolutionaire strijd in de illegaliteit door.
Vereeken werd door de politie van zijn land achtervolgd én door de Gestapo in de Citadel van Huy [Fort van Hoei] gevangen gezet.
Henk Sneevliet werd in 1942 door de Gestapo met zes andere leiders van de RSAP gearresteerd. Hij hield voor de rechtbank van de Gestapo een rede van twee uur om te proberen HET HOOFD VAN ZIJN STRIJDMAKKERS TE REDDEN en om het PROLETARISCHE INTERNATIONALISME TE VERDEDIGEN. Zij werden ter dood veroordeeld en gefusilleerd “omdat zij in Europa een staat hebben willen instellen waarin de individuele en kapitalistische belangen uitgesloten zouden zijn.”
Sommige oppervlakkige geesten zullen misschien verbaasd zijn dat Sborowsky zo lang aan te top van de organisatie heeft kunnen manoeuvreren zonder ontmaskerd te worden. Ten eerste moeten zij begrijpen dat het ondergrondse werk zich voor dergelijke praktijken leent. Zij moeten zich vooral herinneren dat in de tijd dat de bolsjewistische partij in de illegaliteit leefde, een agent van de tsaristische politie erin geslaagd was tot in het door Lenin geleide Centraal Comité van de partij door te dringen. Sedov en Trotski hadden te maken met Stalin en zijn GPOe afkomstig uit de eerste arbeidersstaat en de gehele periode van de degeneratie met de machtigste en sluwste politieke politie van alle tijden, welke stevige bases heeft in alle landen.
Niemand ter wereld had een zo intens leven als Trotski die van 1927 af voortdurend omringd werd door alle soorten van spionnen teneinde hem van de rest van de wereld te isoleren en hem ten slotte te vermoorden.
Ter verdediging van de nagedachtenis van Zinovjev en Kamenev tegenover de vreedzame kleinburgers die verklaarden niets te begrijpen van de houding van deze strijders schreef Trotski: “Zeker, het ontbrak hen aan karakter, nochtans moet men deze constatering niet te eenzijdig beschouwen. De weerstand van een materiaal kan men meten door de sterkte van de vernietigende krachten. Ik heb ze het aan het begin van het proces horen uitroepen: “Onmogelijk, Zinovjev te begrijpen! ... Wat een gebrek aan karakter!” Hebt u, antwoordde ik, de druk gemeten die hij ondergaan heeft in de loop der jaren? Als hij een vergelijking trekt tussen de volksvertegenwoordigers van de Franse Revolutie “die vielen in de hitte van de strijd onder het mes van de justitie, in de kracht van hun leven, bij hun volle bewustzijn en zonder enige hoop op redding” en Dimitrov “die zich ondersteund voelde door het enorme apparaat van de Sovjetstaat en van de Internationale”, concludeerde Trotski: “Wat is er voor overeenkomst met de situatie van Kamenev en Zinovjev voor het gerecht van de GPOe? Tien jaar lang hadden zij onder de zware wolken van de georganiseerde laster geleefd. Tien jaar lang hadden zij tussen dood en leven gebalanceerd, eerst in politieke zin, daarna in morele zin en ten slotte in de lichamelijke zin van het woord. Kan men in de geschiedenis veel voorbeelden vinden van zulk een geraffineerde, systematische vernietiging van de weerstandskrachten, van het zenuwstelsel, van alle vezels van de persoonlijkheid?”
De weerstand van een materiaal wordt gemeten naar verhouding tot de er op uitgeoefende vernietigende krachten. Dit geldt ook voor Trotski en zijn zoon. De vernietigende krachten van de GPOe hebben hun lichamelijke weerstand gebroken. Maar ze bleven onmachtig tegenover hun ideeën en geschriften die de verdwijning van deze GPOe al op hun actief kunnen schrijven, in afwachting van hun overwinning in de Sovjet-Unie en in de wereld.”
(juni 1966)
Noot 1
Dit is de brief die kameraad Trotski aan het Internationaal Secretariaat zond, met afschrift aan de Belgische sectie.
Beste kameraden,
13 maart 1938
Men bericht mij dat kameraad Vereeken een poging gedaan heeft de rol van Sneevliet in de zaak-Reiss mooier voor te stellen door de verantwoordelijkheid op Leon Sedov te schuiven. Ik zal mij ervan weerhouden deze poging te kwalificeren zoals het passend zou zijn. Ik verklaar alleen dat ik in bezit ben van de gehele correspondentie, de brief van Sneevliet inbegrepen, en dat dit document op zich zelf voldoende is om zich een oordeel te vormen. Ik zal deze documentatie aan de Internationale Conferentie overdragen en ik zal om een Speciale Commissie vragen om in deze zeer belangrijke en tragische zaak alle verantwoordelijkheden vast te stellen.
Ik wil alleen bij voorbaat zeggen dat Leon Sedov de belichaming van de plicht was, dat er op zijn nagedachtenis niet de minste vlek rust en dat hij ten voorbeeld gesteld zou kunnen worden aan allen die hem fouten en misdaden aanrekenen die door anderen begaan zijn. Onze Internationale zal beslissen.
L.D. Trotski
En dit is het antwoord van Vereeken op deze brief van Trotski.
“Voor mij ging het er niet om de rol van kameraad Sneevliet mooier voor te stellen, nog minder om die van kameraad Sedov zwart te maken Als revolutionair strijder heb ik mij altijd verzet tegen valse beschuldigingen, willens en wetens gebracht of niet, tegen revolutionaire strijders van welke richting dan ook. Voor mij is de door kameraad Trotski uitgebrachte beschuldiging zonder grond en dus vals. Ik neem de gelegenheid waar om mij met kracht te verzetten tegen degenen die mij ervan beschuldigen door middel van deze poging de waarheid te verdraaien, enige insinuatie gemaakt te hebben om ook maar de minste verantwoordelijkheid voor de dood van Reiss op kameraad Sedov te schuiven.
Eens te meer herhaal ik met klem dat deze manier van doen slechts onze beweging kan schaden.”
Noot 2
Verklaring afgelegd door de Commissie voor binnenlandse veiligheid van de Amerikaanse senaat.
Voetnoot van de vertaler
(a) België
(b) Leon Sedov
(c) Executief Comité