Redactie

Cuba en de USSR


Bron: De Internationale, orgaan van de Nederlandse sectie van de IVe Internationale, 1968, nr. 11, jg. 11
Deze versie: Spelling aangepast
Transcriptie/HTML en contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive
| Hoe te citeren? — Graag bronvermelding !

Qr-MIA

       


Deel deze tekst met een kennis
Het e-mailadres:


De Tsjecho-Slowaakse gebeurtenissen hebben allerwege reacties opgeroepen. Niet alleen onder de linkse beweging, maar ook onder de uitgesproken imperialistische krachten. Terwijl na de Hongaarse opstand een golf van anticommunisme over de wereld ging, zijn de pogingen van de bourgeoisie om zich van de situatie meester te maken tijdens de gebeurtenissen in Tsjecho-Slowakije spaak gelopen op de veranderingen die er sindsdien in de wereldsituatie hebben plaatsgevonden. Duidelijker nog dan toen is het dat het Amerikaanse imperialisme wel het minst het recht heeft zich in deze aangelegenheid te mengen.

De Amerikaanse geschiedenis is vol van interventies en onrechtmatige ingrepen in de geschiedenis van andere volkeren. Reeds in 1918 waren er Amerikanen die aan de zijde van de tsaristische generaals op Russische grond vochten tegen de jonge Sovjetrepubliek. In Korea waren het Amerikaanse troepen die de spits afbeten tegen de communistische legers. Tsjang Kai Sjek ontving Amerikaanse wapens om te vechten tegen de Chinese Volksrepubliek. De Amerikanen stonden tegenover Fidel Castro en aan de zijde van Batista. Amerikaanse troepen landden op San Domingo om hun macht te beschermen. Overal in de wereld, in Latijns-Amerika, in Afrika, in Vietnam is het steeds weer de Amerikaanse economische, politieke en militaire interventie die klaar staat om de reactie te verdedigen.

Dit feit begint in steeds verdere kringen de houding van iedereen die nog maar iets voor werkelijke vrijheid voelt te bepalen. De wereld begint zich bewust te worden dat de meest interventionistische mogendheid de Amerikaanse is. Aan de andere kant is er over de gehele wereld een beweging ontstaan van studenten en jonge arbeiders die hun eigen ideeën over vrijheid hebben en die zich niet willen neerleggen bij de normen die de burgerij hun voor het begrip vrijheid wil voorschrijven.

Hierdoor kon het gebeuren dat de eerste en de sterkste reacties uit deze linkse kringen kwamen. Natuurlijk zeer genuanceerd, maar zelfs de meeste Europese communistische partijen hebben in enigerlei vorm aan de protestactie deelgenomen. De linkse beweging kon ook aan deze actie deelnemen, in de eerste plaats omdat Tsjecho-Slowakije een communistisch land was; een communistisch land waar men probeerde het begrip van de werkelijke vrijheid – los van kapitalistische invloeden – te verbinden met een staatsvorm die erop gericht is de voorwaarden te scheppen voor de verwezenlijking van het socialisme.

Ondertussen grijpen de imperialisten de inval van de Sovjet-Unie in Tsjecho-Slowakije toch aan om te trachten hun positie te versterken. In de eerste plaats de versterking van de Nato willen ze bereiken. Het zal dan ook nu de taak van alle linksen zijn hier duidelijk tegen op te komen. Niet alleen omdat we totaal geen behoefte hebben aan de herleving van de koude oorlog, maar ook omdat de Nato gericht is tegen alle communistische landen, met inbegrip van Tsjecho-Slowakije.

Wij zullen de imperialisten duidelijk moeten maken dat we ons niet voor hun karretje laten spannen. Integendeel. Voor ons zijn de arbeidersstaten nog altijd de landen waar de productiemiddelen ontnomen zijn aan hun vroegere bezitters. En elke poging om deze terug te geven aan vroegere of nieuwe imperialisten zullen we ten scherpste bestrijden. Een aanval op de SOVJET-UNIE of op een van de andere arbeidersstaten is een aanval op de arbeidersklasse. Tegenover de internationale bourgeoisie stellen we de ONVOORWAARDELIJKE VERDEDIGING VAN DE SOVJET-UNIE EN DE ANDERE ARBEIDERSSTATEN.

Degenen die dit vergeten zullen onherroepelijk in het kamp van de bourgeoisie terecht komen. In deze geest zullen we ook de houding van Fidel Castro moeten bezien. Meer nog dan de Sovjet-Unie heeft Cuba de aanvallen van het Amerikaanse imperialisme te vrezen. Zijn land staat bloot aan de meest onbarmhartige boycot, welke ooit enig land gekend heeft. Dit feit heeft niet verhinderd dat hij zijn onvoorwaardelijke steun gegeven heeft aan de Zuid-Amerikaanse revolutie en dat hij door middel van de Tricontinentale en de OLAS-conferentie een ernstige poging gedaan heeft de revolutionaire krachten in de koloniale en semikoloniale wereld te verenigen tegen het Amerikaanse imperialisme in een strijd die erop gericht is het socialisme in deze landen te vestigen.

Fidel Castro heeft op deze conferentie niet geaarzeld de Sovjet-Unie te laten merken dat hij vierkant stond tegenover de politiek van dit land, die erop gericht is de revoluties in deze landen af te remmen. De handelsrelaties welke de Sovjet-Unie met de compradoren regeringen in Zuid-Amerika onderhoudt zijn veroordeeld door Fidel op een wijze die niets aan duidelijkheid overlaat.

Vanuit dit gezichtspunt is het dan ook zeer begrijpelijk dat hij zich keert tegen handelsbetrekkingen welke Tsjecho-Slowakije met het westen wil aanknopen en tegen leningen welke het probeert te krijgen. Hij vergeet dan dat de andere landen van het Pact van Warschau precies hetzelfde en vaak tot veel hogere bedragen doen als hij aan Tsjecho-Slowakije verwijt. Maar het belangrijkste feit wat Fidel vergeet is: de economische politiek van de Sovjet-Unie tegenover Tsjecho-Slowakije, de weigering belangrijke geldleningen te verstrekken, de ongelijke handelsakkoorden zijn de oorzaak van de pogingen van Tsjecho-Slowakije economische contacten met het Westen te zoeken.

De geïsoleerdheid van Cuba is ongetwijfeld één van de oorzaken dat Fidel het probleem van de destalinisatie niet op zijn juiste waarde kan schatten. Hij ziet de gevaren die er aan de liberalisatiepolitiek kleven, maar hij ziet de positieve kanten ervan niet. Daardoor is hij niet in staat een kritische analyse van de ontwikkelingen in Oost-Europa te geven.

Het feit echter dat Castro voor alles de relatie van de communistische landen ten opzichte van de antikoloniale bevrijdingsbeweging beziet, dat hij voorop de solidariteit van de communistische partijen in de strijd tegen het imperialisme stelt, maakt dat hij ondanks zijn ons inziens onjuiste waardering van de destalinisatie in de praktische strijd tegen het imperialisme aan de goede zijde van de barricade staat en dat hij de beste – zo niet de enige – werkelijk actieve bondgenoot is van al degenen die in strijd zijn tegen dit imperialisme, in Vietnam, in Zuid-Amerika, in de USA en ook in Europa.

Degenen die zich afvroegen hoe onze houding zou zijn tegenover de inval in Tsjecho-Slowakije en die bij voorbaat schreeuwden dat de linksen nu wel thuis zouden blijven hebben zich vergist. Ze hebben het gemerkt. En degenen die nu menen dat wij door de rede van Fidel, Cuba afschrijven vergissen zich nog meer. De strijd zal doorgaan en steeds sterker worden. En niet zonder Fidel, maar met Fidel. Want degenen die huilen in de Verenigde Naties en in de parlementen over de verloren vrijheid in Tsjecho-Slowakije zullen de mogelijkheid niet laten voorbij gaan als zij de gelegenheid zouden krijgen Dubcek door Johnson te vervangen. Ze zouden er zelfs napalm en fragmentatiebommen voor op Praag willen gooien. Maar de vrijheid van de Zuid-Amerikaanse boeren en de Noord-Amerikaanse negers is slechts te bereiken met de revolutionaire beweging, waarvan Fidel Castro altijd nog deel uitmaakt.