Bron: De Internationale, Nederlandstalig theoretisch orgaan van de IVe Internationale, januari 1992, nr. 41
Deze versie: spelling
Transcriptie/HTML en contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive
| Hoe te citeren? — Graag bronvermelding !
Van huis en haard verdreven. In paniek gevlucht voor oorlog, ten einde raad vanwege honger, martelingen, repressie. Alles achtergelaten, niet wetend of en wanneer ze hun geboortegrond terug zullen zien.
Vluchtelingen, asielzoekers. Ze komen niet voor hun plezier naar West-Europa, er is voor hen geen andere keus. Ze hopen op een beetje gastvrijheid, op wat rust, voedsel, onderdak en werk. Misschien het begin van een nieuwe toekomst, voorlopig echter een periode van grote onzekerheid. Eindeloze procedures, vernederende behandelingen, dreigende deportatie, groeiend racisme en sinds kort zelfs terroristische aanslagen op de speciale verblijven. Nieuwe angst, nieuwe onzekerheid voor zichzelf en voor hun kinderen.
Uiterst rechts is – onder verschillende vlaggen en vaandels – in opmars in Europa. De ‘democratische en fatsoenlijke’ grote politieke partijen beginnen de taal van uiterst rechts over te nemen. Deze partijen zijn in hoge mate verantwoordelijk voor zowel het veroorzaken van de vluchtelingenstroom als voor de opkomst van racisme en uiterst rechts in Europa. Die grote partijen – christendemocraten, sociaaldemocraten, liberalen en hun varianten – steunen immers de plundering van de Derde Wereld. Zij houden reactionaire dictators en regimes in het zadel. Zij voeren oorlogen in en tegen de Derde Wereld.
Tegelijkertijd zijn het deze partijen, die – al dan niet met regeringsverantwoordelijkheid – het nieuwe kapitalistische Europa ontwerpen. Een Europa met alle vrijheid voor het kapitaal. Een Europa met onvrijheid en onzekerheid voor grote delen van de bevolking. Een Europa met restricties en repressie tegen asielzoekers. Het Europa van Maastricht en het Europa van Schengen. Le Pen en zijn sinistere bondgenoten kunnen voorlopig tevreden zijn.
Racisme en vreemdelingenhaat zijn een onmiddellijke bedreiging voor migranten en vluchtelingen. Maar ze zaaien ook verdeeldheid en verwarring binnen de arbeidersklasse en leiden de aandacht af van de werkelijke problemen en de werkelijke vijand. Het is daarom de plicht van de hele arbeid(st)ersbeweging – vakbonden, arbeid(st)erspartijen en progressieve bewegingen – om actief in het geweer te komen tegen racisme en xenofobie. Niet alleen uit solidariteit met vluchtelingen en migranten, maar ook uit welbegrepen eigenbelang.
Deze strijd is veelomvattend. Het gaat om het directe verzet tegen racisten en fascisten en om de strijd tegen het repressieve overheidsbeleid. Maar het gaat ook om de verdediging van sociale voorzieningen en democratische rechten, om de strijd tegen armoede en verpaupering, tegen werkloosheid en uitzichtloosheid, voor eenheid en solidariteit. En het is ook een strijd tegen de leugenachtige demagogie over ‘misbruik’ van asielrecht en van sociale voorzieningen en verworvenheden.
Racisme vindt een vruchtbare voedingsbodem in sociale ontwrichting. Als de arbeid(st)ersbeweging geen duidelijk en concreet antwoord heeft op de sociale problemen – een antwoord dat uitgaat van onderlinge solidariteit – dan ontstaat er ruimte voor de valse profeten van het racisme. Dan wordt het makkelijker om vluchtelingen en asielzoekers de schuld te geven. Dan zullen ook migranten die al jaren in Nederlandse steden wonen het slachtoffer worden. De strijd tegen racisme en fascisme is dus ook de strijd voor een omvattend democratisch-socialistisch perspectief.
Racisme en fascisme is moord. Niet alleen moord op de onmiddellijke slachtoffers van buiten West-Europa, maar ook moord op de toekomst van ons allen. Ons verzet moet verankerd zijn in ons eigen concrete toekomstvisioen voor een veilige, democratische en solidaire wereld.