Bron: De Internationale, Nederlandstalig theoretisch orgaan van de IVe Internationale, 1997, zomer, (nr. 61), jg. 41
Deze versie: spelling
Transcriptie/HTML en contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive
| Hoe te citeren?
Leest u dit met een smartphone?
Met (enkele) smartphones moet u zelf uitmaken welke modus voor u geschikt is
Dit dikke nummer van De Internationale opent met een artikel van François Vercammen over de instellingen van de Europese Unie. De Top van Onderop die in juni tijdens de Intergouvernementele Conferentie in Amsterdam werd georganiseerd en vooral de grote, zeer internationale demonstratie, hebben een nieuwe basis gelegd voor een Europese tegenbeweging. Deze beweging is nog zwak en in sommige landen, zoals in Nederland, is een wat bredere discussie over Europa nog maar net van de grond gekomen. Een belangrijk onderdeel van de discussie over en de kritiek op de Europese Unie is een beoordeling van de instellingen van de Unie en vooral ook wat voor vormen van democratische instituties wij daartegenover zouden willen stellen. Vercammen schrijft dat “de (revolutionaire) linkerzijde in de regel een blinde vlek heeft voor dat soort institutionele vraagstukken”. De hoogste tijd dus om deze ingewikkelde discussie in De Internationale op te starten.
Een van de elementen van het Nederlandse ‘poldermodel’ dat de laatste tijd zoveel internationale furore maakt, is het grote aantal deeltijdbanen. De afgelopen decennia is het aantal deeltijdbanen geëxplodeerd. We zien dit verschijnsel overal in West-Europa, maar Nederland is koploper in de OESO. Deeltijdarbeid is in zeer hoge mate vrouwenarbeid en vrouwenarbeid bestaat voor tweederde uit deeltijdarbeid. Rob Gerretsen schetst de ontwikkeling van deeltijdarbeid in West-Europa en hij probeert enkele voorlopige conclusies te trekken uit deze diepgaande verandering op de arbeidsmarkt en in de structuur van de arbeidersklasse.
Ron Blom en Barend de Voogd voeren een korte discussie over het artikel over de Zapatistas dat Barend schreef voor De Internationale 59.
De rest van dit nummer van De Internationale is gewijd aan het leven en werk van de hier vrijwel onbekende Latijns-Amerikaanse revolutionair José Carlos Mariátegui. Op de laatste pagina’s geven we in de rubriek ‘Wie was...’ een overzicht van het leven en denken van deze belangrijke marxist. Daaraan gaat vooraf de vertaling van een tekst van Mariátegui over het inheemse vraagstuk. Hij schreef deze tekst aan het eind van zijn korte leven en stuurde dit document naar het oprichtingscongres van de Latijns Amerikaanse Vakcentrale.