Geschreven: 24 april 1922
Bron: Engelstalig Trotski-archief van MIA
Vertaling: J. Piet Andries 03/11/08
Eerste publicatie: Onder de banier van het marxisme, een Russisch tijdschrift, nr. 5-6, 1922
Bron: Fourth International en in het Engels vertaald door Magaret Dewar voor Fourth International
HTML en contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive, november 2008
Laatste bewerking: 21 november 2008
Zie ook: ℵ Plechanov-archief |
Nota van de uitgever: G.V. Plechanov, de grondlegger van het Russische marxisme, werd geboren in 1856. Hij overleed in 1918. Met de publicatie van Trotski’s artikel over Plechanov, stelt het nieuwe Engelse tijdschrift Free Expression van november 1942:
“Plechanovs werk is nog altijd weinig gekend in dit land; slechts twee of drie dunne volumes werden gepubliceerd. Met het verlaten van het internationalisme door het stalinistische regime, waren revolutionaire socialisten niet bij machte gebruik te maken van Ryazanovs kolossaal werk in de publicatievoorbereiding van tweeëntwintig volumes van Plechanovs werk als deel van een wetenschappelijke socialistische bibliotheek.
“Over Plechanovs werk schreef Lenin: ‘...het is onmogelijk een echte communist te worden zonder alles wat Plechanov geschreven heeft over filosofie te bestuderen — en echt te bestuderen —, want dit is het beste in de gehele internationale literatuur over marxisme.’
We hopen dat het volgende artikel van Leon Trotski, voor de eerste maal vertaald in het Engels (menen wij), de belangstelling in de studie van Plechanovs werk zal aanwakkeren...”
Deze opmerkingen gelden evenzeer voor Amerika.
Wereldoorlog I en de Russische Revolutie katapulteerde Plechanov in het kamp van zijn vroegere opponenten, de opportunisten tegen wie hij gedurende zovele jaren onverbiddelijk en briljant strijd voerde.
A. Voronsky, de eminente Sovjetcriticus en uitgever (door Stalin vervolgd wegens zijn aanhankelijkheid aan de trotskistische Linkse Oppositie) schreef:
“Plechanovs zienswijze op de Februari Revolutie en de Voorlopige Regering is welbekend. Maar weinigen weten dat gedurende de Oktoberdagen Plechanov botweg uithaalde naar de pogingen van Kerenski om Petrograd in te palmen met de hulp van Krasnovs Kozakken. Wanneer Krasnov, toen hij Petrograd naderde, werd Krasnoye Selo, een bekend revolutionair, als afgezant naar Plechanov uitgezonden, of het zou ook kunnen dat die uit eigen initiatief handelde. Hij was een vriend van Plechanov en hij stelde hem voor dat die de taak op zich zou nemen om een ministerie samen te stellen van zodra de Kozakken Petrograd zouden binnen trekken. Plechanovs antwoord was: ‘Ik heb veertig jaar van mijn leven aan het proletariaat gegeven en ik ben niet van plan om hen neer te schieten zelfs wanneer ze het verkeerde pad bewandelen.”
Trotski’s artikel over Plechanov bevat een deel van de Inleiding van de eerste en tweede volume van Trotski’s verzamelde werken. Deze Inleiding was geschreven de 24’ste april, 1922, en werd voor het eerst gepubliceerd in het Russische tijdschrift Onder de banier van het marxisme, Nrs. 5-6, 1922 (vertaald uit het Russisch door Margaret Dewar.)
De oorlog heeft de balans opgemaakt van een hele episode van de socialistische beweging; hij woog en oordeelde de leiders van deze periode. Onder degenen die zij onbarmhartig liquideerde vinden we ook G.V. Plechanov terug. Dit was een groot man. Men wordt bedroefd bij de gedachte dat de hele jongere generatie van het proletariaat vandaag die de beweging sinds 1914 vervoegde, alleen maar met Plechanov bekend is als een verdediger van alle Alexinsky’s, een collaborateur met alle Avsentievs en bijna als een mededenker van de notoire Breshkovskaya [1]. Het is te zeggen, ze kennen Plechanov alleen uit de periode van “patriottische” neergang. Dit was een ware grote man. En in de geschiedenis van het Russische sociale denken is hij als een grootse figuur binnengetreden.
Plechanov heeft de theorie van het historisch materialisme niet bedacht; hij heeft het niet verrijkt met nieuwe wetenschappelijk inzichten. Maar hij introduceerde het in het Russische leven. En dit is een verwezenlijking van enorm belang. Het was noodzakelijk om de inlandse revolutionaire vooroordelen van de Russische intelligentsia, die een arrogantie van achterlijkheid tentoonspreidde, te overwinnen. Plechanov “nationaliseerde” de marxistische theorie en denationaliseerde daarbij het Russische revolutionaire denken. Dankzij Plechanov begon het voor het eerst te spreken in een echte wetenschappelijke taal; bevestigde ze haar ideologische band met de internationale arbeidersklasse beweging; opende reële mogelijkheden en perspectieven voor de Russische revolutie door het vinden van een basis voor haar in de objectieve wetten van de economische ontwikkeling.
Plechanov creëerde de materialistische dialectiek niet, maar hij was haar overtuigde, gepassioneerde en briljante kruisvaarder in Rusland vanaf het begin van de tachtiger jaren. En dit vereiste het grootste inzicht, een brede historische visie en de edele moed van het vernuft. Deze kwaliteiten combineerde Plechanov met een schitterende uiteenzetting en een talent aan vernuft. De eerste Russische kruisvaarder van het marxisme zwaaide fameus met zijn zwaard. En hoe vele wonden bracht hij toe! Sommige, zoals deze die hij toebracht aan Mikhailovsky, de getalenteerde epigoon van het narodnikisme, waren fataal. Om Plechanovs denkkracht te kunnen appreciëren moet men een besef hebben van de gespannen atmosfeer van narodnikistische, subjectivistische, idealistische vooroordelen die bestonden in de radicale cirkels van Rusland en in de Russische emigratiegemeenschap. En deze cirkels representeerden de meest revolutionaire kracht die voortkwam uit Rusland in de tweede helft van de negentiende eeuw.
De spirituele ontwikkeling van de vooruitstrevende werkende jeugd ontwikkelt zich (gelukkig!) langs heel andere wegen. De grootste sociale ontwikkeling in de geschiedenis ligt tussen ons en de periode wanneer het Beltov-Mikhailovsky duel plaatsgreep. (Onder het pseudoniem Beltov, met zijn meest triomferend en briljant pamflet On the question of the Development of the Monistic Outlook of History, slaagde hij erin de tsaristische censuur te omzeilen). Daarom is de vorm van zijn beste, precies de meest briljante polemische werken van Plechanov, gedateerd geworden, juist zoals de vorm van Engels’ Anti-Dühring gedateerd is geworden. Voor een jonge, nadenkende arbeider, is Plechanovs standpunt onvergelijkbaar beter verstaanbaar en natuurlijker dan de standpunten die hij versplinterde. Bijgevolg zal een jonge lezer meer aandacht moeten schenken en verbeelding aan de dag moeten leggen om het standpunt van de narodniki in zijn geest te reconstrueren, dan hij nodig heeft om de kracht en accuratesse van Plechanovs slagkracht te begrijpen. Daarom kunnen zijn boeken vandaag geen grote verspreiding kennen. Maar de jonge marxist die de gelegenheid heeft geregeld aan de verbreding en verdieping van zijn wereldvisie te werken, zal zich onveranderlijk naar de originele bron van het marxistisch denken in Rusland wenden -naar Plechanov. Daarom zal het telkens nodig zijn om zich retrospectief in te dompelen in de ideologische sfeer van de Russische radicale beweging van de ‘60’s tot de ‘90’s. Geen gemakkelijke taak. Maar als beloning staat hier tegenover de verbreding van de politieke horizonten, en de esthetische voldoening die een succesvolle inspanning naar accuraat denken geeft in het gevecht tegen vooroordeel, stagnatie en domheid.
Niettegenstaande de sterke invloed van de Franse literatuurmeesters op Plechanov, bleef hij helemaal een vertegenwoordiger van de oude Russische school van schrijvers (Belinsky, Herzen, Chernyshevsky). Hij hield ervan voluit, uitvoerig te schrijven, nooit verlegen om uitweidingen in te lassen, en ondertussen de lezer te onderhouden met een geestigheid, een quotatie, een of andere kleine kwinkslag... — Voor onze Sovjettijd, die te lange woorden in tweeën kapt en de delen van verschillende woorden in één woord samensmelt lijkt Plechanovs stijl uit de tijd. Maar het reflecteert een heel tijdperk en, op zijn manier, blijft hij prachtig . De Franse school had een heilzame werking op zijn stijl wat betreft de accurate formulering en helderheid van uiteenzetting.
Als orator onderscheidde Plechanov zich met dezelfde kwaliteiten als schrijver, zowel tot zijn voordeel als zijn nadeel. Als u boeken leest van Jaurès, zelfs zijn historische werken, krijgt u de indruk van een uitgeschreven speech van een spreker. Met Plechanov was het juist het tegendeel. In zijn speeches hoort u een schrijver spreken. Sprekend schrijven evenals literaire welsprekendheid kunnen een heel hoog niveau bereiken. Niettemin zijn schrijven en retoriek twee verschillende terreinen en twee verschillende kunstvormen. Daarom vermoeien Jaurès’ boeken met hun oratorische intensiteit. En om dezelfde reden creëerde de spreker dikwijls een dubbel — vanuit de onderkoeling — effect als van een bekwame lezer van zijn eigen artikel.
Hij bereikte zijn hoogtepunt in de theoretische polemieken van dewelke hele generaties van de Russische intelligentsia niet genoeg konden krijgen. Hierbij bracht het materiaal van de polemiek zelve de kunst van schrijven en welsprekendheid dichter bij elkaar. Hij was het zwakst in speeches met een zuiver politiek karakter, d.i., deze die zich als taak stellen het publiek te verbinden in concrete conclusies, om hun goeddunken te kneden tot een geheel. Plechanov sprak als een waarnemer, als een criticus, als een publicist, maar niet als een leider. Hij was niet bestemd om de kans te creëren de massa’s direct aan te spreken, hun tot actie aan te zetten, om hen te leiden. Zijn zwakke kanten hebben dezelfde bron als zijn belangrijkste verdienste: hij was de voorloper, de eerste kruisvaarder van marxisme op Russische bodem.
We hebben gezegd dat Plechanov nauwelijks werken nagelaten heeft die deel zijn geworden in het brede, dagelijks gebruik van de arbeidersklasse. De enige uitzondering is misschien, de History of Russian Social Thought; maar dit werk is verre van onberispelijk op het punt van de theorie: de verzoenende en patriottische tendensen van Plechanovs politiek tijdens de laatste periode slaagden erin — althans gedeeltelijk — om zijn theoretische basis te ondermijnen. Zichzelf verstrikkend in de cul-de-sac tegenstrijdigheden van sociaalpatriottisme, begon Plechanov uit te kijken naar richtlijnen buiten de theorie van de klassenstrijd — nu eens in nationale belangen, dan weer in abstracte ethische principes... In zijn laatste werken doet hij monsterlijke toegevingen aan normatieve moraal, om er een criterium voor politiek in te zoeken (“defensieve oorlog is een juiste oorlog”). In de inleiding van zijn History of Russian Social Thought begrenst hij de actie van de klassenstrijd tot de sfeer van de binnenlandse relaties; in internationale relaties vervangt hij de klassenstrijd door nationale solidariteit. (“De ontwikkelingsloop van elke maatschappij, opgedeeld in klassen, wordt bepaald door de loop van de ontwikkeling van deze klassen en hun onderlinge relaties, d.i. ten eerste, door hun wederzijdse strijd waar het de interne sociale orde betreft, en ten tweede door de min of meer vriendschappelijke samenwerking waar het de kwestie van het verdedigen van de natie tegen externe aanvallen betreft.” G.V. Plechanovs History of Russian Social Thought, Moskou 1919, pagina 11, Russische uitgave.) Dit evenwel, is niet meer overeenkomstig met Marx, maar eerder met Sombart (een bekende sociaaldemocratische economist — vertaler M.D.). Alleen diegenen die weten welke meedogenloze, briljante en succesvolle strijd Plechanov gedurende decennia voerde tegen idealisme in het algemeen, normatieve filosofie in het bijzonder, tegen de school van Brentano en zijn pseudo-marxistische vervalser Sombart — alleen zij kunnen de diepte van Plechanovs theoretische neerval onder de druk van nationale patriottische ideologie, begrijpen.
Maar deze val was aangekondigd: Plechanovs rampspoed had dezelfde oorsprong als zijn verdienste -hij was een voorloper. Hij was geen leider van een agerend proletariaat maar alleen maar haar theoretische voorbode. Hij verdedigde de marxistische methodes in polemiek maar hij had niet de mogelijkheid ze in de praktijk te brengen. Hij verbleef verscheidene decennia in Zwitserland; en bleef een Russische emigrant. Het opportunistische, stedelijk en kantonale Zwitserse socialisme van een extreem laag theoretisch niveau, interesseerde hem nauwelijks. Er was geen Russische partij. Plechanovs plaats werd ingenomen door de “Emancipation of Labour Group”, d.i. door de gesloten kring van co-denkers (bestaande uit Plechanov, Axelrod, Zasulich, en Deutsch die dwangarbeid in Siberië verrichtte). Daar het hem aan politieke wortels ontbrak, streefde Plechanov er dan ook naar de theoretische en politieke wortels van zijn positie te versterken. In zijn hoedanigheid van observator van de Europese arbeidersbeweging verloor hij zeer dikwijls de belangrijkste politieke uitingen van kleinzieligheid, kleinmoedigheid, en verzoeningsgezindheid van de kant van de socialistische partijen uit het oog; maar hij was altijd op zijn hoede wat betreft de theoretische erfenis in socialistische literatuur.
Deze verstoring van de balans tussen theorie en praktijk, die voortkwam uit het geheel van de omstandigheden van Plechanovs leven, bleek fataal voor hem te zijn. Niettegenstaande zijn wijds theoretisch veldwerk, toonde hij zichzelf onvoorbereid op grote politieke gebeurtenissen: de revolutie van 1905 verraste hem al. Deze diepzinnige en briljant marxistische theoreticus oriënteerde zichzelf tijdens de gebeurtenissen van de revolutie door het gebruik van empirische, in wezen praktische beoordelingen; hij voelde zich onzeker, indien mogelijk behield hij het zwijgen, vermeed duidelijk omschreven antwoorden, ontweek de kwestie met stelkundige formules of met vernuftige anekdotes waarvoor hij zo’n voorliefde had.
Ik zag Plechanov voor het eerst op het einde van 1902, d.i. in de periode toen hij zijn magnifieke theoretische campagne tegen het narodnikisme en tegen revisionisme beëindigde en zich oog in oog met de politieke kwestie van de op handen zijnde revolutie bevond. Met andere woorden, de periode van neergang was begonnen voor Plechanov. Slechts één keer had ik de gelegenheid om Plechanov te zien en te horen op het hoogtepunt van zijn kracht en faam om het zo maar te zeggen: dat was in de programmacommissie van het Tweede Partij Congres (juli 1903). De vertegenwoordigers van de Raboychoye Delo groep, Martynov en Akimov, de vertegenwoordigers van de Bund, Lieber en anderen, en enkele van de provinciale afgevaardigden trachtten amendementen op het partijprogramma, voornamelijk Plechanovs werk, naar voor te schuiven; amendementen grotendeels theoretisch incorrect en onberaden. Tijdens de discussie in de commissie was Plechanov onnavolgbaar meedogenloos. Over elke kwestie of zelfs op elk kleiner punt dat ten berde kwam, overtuigde hij met zijn uitzonderlijke eruditie zonder enige moeite zijn toehoorders, zelfs zijn tegenstanders, te aanvaarden dat het probleem pas begon juist waar de auteurs van het amendement dachten waar het eindigde. Met een duidelijk wetenschappelijk afgerond concept van het programma in gedachten; zeker van zichzelf, van zijn kennis, zijn kracht; met een vrolijke ironische tinteling in zijn ogen; met een borstelige en guitige snor; met licht theatraal maar levendige en expressieve gebaren, verlichtte Plechanov op het spreekgestoelte, talrijke aanwezigen met een humaan vuurwerk van wijsheid en vernuft. Dat reflecteerde zich in de bewondering te bemerken op alle gezichten, zelfs die van zijn tegenstanders, waarop genoegen conflicteerde met verlegenheid.
In de discussies van tactische en programmatische kwesties tijdens datzelfde congres, was Plechanov onnoemelijk zwakker, hij leek bepaald onzeker, perplexiteit ontlokkend aan de afgevaardigden die hem tijdens de programmacommissie bewonderd hadden.
Op het Parijse Internationaal Congres van 1889 had Plechanov al verklaard dat de revolutionaire beweging in Rusland zou overwinnen als een arbeidersbeweging of helemaal niet. Dit betekende dat er geen revolutionaire burgerlijke democratie was en zou zegevieren in Rusland. Maar daaruit vloeide de conclusie voort dat de zegevierende revolutie, door het proletariaat bewerkstelligd, niet anders kon eindigen dan met de machtsovername door het proletariaat. Van deze conclusie, gruwde Plechanov nochtans. Zo verwierp hij politiek zijn oude theoretische stellingname. Nieuwe creëerde hij niet. Vandaar zijn politieke hulpeloosheid en weifelingen, bekroond door zijn zware patriottische knieval.
In oorlogstijd, zoals in tijden van revolutie, bleef er niets anders over voor Plechanovs ware leerlingen om een onverzoenlijke strijd tegen hem te voeren.
Plechanovs bewonderaars en aanhangers tijdens de periode van zijn neerval, hebben na zijn dood dikwijls onverwacht en altijd onwaardig, al zijn slechte geschriften tezamen gebracht in een aparte uitgave. Daardoor hielpen zij alleen maar de valse van de echte Plechanov te onderscheiden. De grote Plechanov, de ware, behoort volledig aan ons. Het is onze plicht om zijn geest in al zijn grootheid terug te geven aan de jonge generatie.
_______________
[1] Alexinsky was een Russisch sociaaldemocraat die later monarchist en Witgardist werd. Aksentiev was een rechtse sociaal-revolutionair, één van de ministers van Kerenski’s regering en later ook een Witgardist. Breshkovskaya nam deel aan de Russische revolutionaire beweging van de ‘70s. Zij verzette zich tegen de Russische Revolutie. — Uitgever