Aandelen

Aandelen (ook actie) is het gedeelte dat iemand tot het maatschappelijk kapitaal van een onderneming bijdraagt. Hij ontvangt hiervoor een bewijs, dat een bepaald bedrag vermeldt of niet. Het bedrag is de nominale waarde van het aandeel. De werkelijke waarde der aandelen van de grotere bedrijven wordt echter op de beurs bepaald, dit is de koers der aandelen, volgens de toestand of de toekomstperspectieven van de onderneming of van het land.

Aandelenvennootschappen zijn ondernemingen (bijvoorbeeld banken, fabrieken) waarvan het kapitaal gevormd wordt door aandelen.

Aandelen op naam zijn eigendom van de er op vermelde persoon. Zij worden in het aandelenregister van de maatschappij ingeschreven. Bij overdracht moet deze verwittigd worden.

Aandelen aan toonder zijn eigendom van wie ze voorlegt of laat voorleggen. Deze laatste zijn verhandelbaar en anoniem voor de fiscus (zie belastingontduiking). Alle aandelen geven recht op een deel in de winst (= dividend) en op theoretische medezeggenschap in de vergaderingen der aandeelhouders.

Preferente aandelen combineren de voordelen van obligaties en gewone aandelen. Zij geven meestal een vastgesteld dividend, zonder rekening te houden met de ontwikkeling van het bedrijf. Bovendien heeft de houder van preferente aandelen recht op zijn dividend voor de verdeling van de winst aan de gewone aandeelhouders. Het volledige dividend der preferente aandeelhouders moet eerst uitbetaald worden. Is er onvoldoende winst, dan ontvangt de gewone aandeelhouder geen dividend.

Oprichtersaandelen: de oprichters van de firma, meestal ook de beheerders, ontvangen voor hun onstoffelijke inbreng, good will zoals het cliënteel, hun reputatie, een aantal aandelen die dividenden opleveren zoals de gewone.

Het verwerven van aandelen wordt een hoofdbezigheid van de moderne kapitalist die leeft van zijn dividenden. Ook arbeiders en kleine middenstanders trachten vaak aandelen te verwerven. Zij verwachten echter alleen dat deze meer zullen opbrengen dan de hun eventuele spaargelden. Met andere woorden zij beschouwen aandelen als een bijverdienste, niet als een bezit van productiemiddelen.

Kleine aandeelhouders mogen zeker niet beschouwd worden als mede-eigenaars of medebeheerders van een bedrijf (zie: volkskapitalisme). De rechtspraak ter zake bepaalt immers dat een aandeel wel recht geeft op een deel in de winst maar niet op een deel van de bezittingen van die onderneming. In de praktijk beheren de grote aandeelhouders deze als hun persoonlijk eigendom, ongeacht het aantal aandelen dat bij kleine aandeelhouders berust. Bijgevolg is het systeem der aandelenvennootschappen, zoals gebruikelijk in de naamloze vennootschap, slechts een verbroken vorm van onteigening der kleine spaarders.

Daarenboven worden de arbeiders erdoor vast verbonden met de kapitalistische maatschappij (= integratie). Onteigening (voorbeeld bij nationalisatie) of faillissement treft de kleine spaarders relatief erger dan de grote aandeelhouders. De angst hiervoor speelt een stabiliserende rol t.o.v. grondige structuurhervormingen en leidt vanwege de arbeiders tot goedkeuring van normaal onaanvaardbare acties (bv. goedkeuring van het militair ingrijpen bij de nationalisatie van het Suezkanaal in 1953, het Belgisch optreden in Congo in de jaren zestig, enz.,). omdat de arbeiders hoopten hun aandelen of obligaties daardoor te vrijwaren.

MWBEL