MIA : Marxistisch auteur : Archief : Antonio Gramsci

Geboren 1891 in Ales (Sardinië). Gestorven Rome 1937. 1911 student aan de Universiteit van Turijn, letteren en geschiedenis. Nauwelijks politieke activiteit de eerste jaren. Medeoprichter van de Italiaanse Communistische Partij. Arrestatie in 1926 voor zijn revolutionaire activiteiten en veroordeeld door een fascistisch tribunaal tot 20 jaar opsluiting. Gramsci is de theoreticus van de bovenbouw. Hij ontwikkelde concepten rond hegemonie, basis en superstructuren (bovenbouw) en organische intellectuelen. Gramsci is nooit aan systematiseren van zijn werk toegekomen maar uit zijn hele denken blijkt ook duidelijk dat hij niet in een systeembenadering geloofde. Het marxisme, opgevat als filosofie van de praxis (een begrip dat hij pas in de Quaderni zal gaan gebruiken) is onverenigbaar met een verstrakt, allesomvattend systeem. Gramsci’s belangstelling voor strikt economische problemen is vrijwel nihil; hij dringt wel voortdurend aan op concrete structuuranalyses maar waar hij die zelf uitvoert, verplaatst zijn belangstelling zich al gauw naar het bovenbouwmoment. Die nadruk op de actieve betekenis van het bovenbouwmoment is zeker groter dan in het marxistische denken in zijn tijd gebruikelijk was. Vanaf eind ‘35 verblijft hij in een kliniek in Rome waar hij — enige dagen voor hij vrijgelaten zou worden, wat o.a. mogelijk werd door een internationale actie die voor hem gevoerd was — op 27 april 1937 aan een hersenbloeding overlijdt.

Antonio Gramsci

1891 – 1937

“Hieruit vallen bepaalde voorwaarden af te leiden voor iedere culturele beweging die tracht het alledaagse denken en de oude wereldbeschouwingen in het algemeen te vervangen: 1. nooit ophouden de eigen argumenten te herhalen (de literaire vorm ervan moet gevarieerd worden); herhaling is het meest efficiënte didactische middel om de volksmentaliteit te beïnvloeden; 2. onophoudelijk alle krachten inzetten om steeds bredere lagen van de bevolking intellectueel een hoger peil te doen bereiken, om de vormloze massa vorm te geven, d.w.z. bijdragen aan het ontstaan van intellectuele elites van een nieuw type die direct uit de massa voortkomen en tegelijkertijd het contact met die massa behouden om zo de ‘pijlers’ te worden waarop het geheel steunt. Deze tweede voorwaarde wijzigt, als er aan voldaan wordt, werkelijk het ‘ideologische panorama’ van een tijdperk. ”



Antonio Gramsci

Werken:

Marxisme als filosofie van de praxis, 19XX (bloemlezing)   Belangrijk werk  

Klassenstrijd en fascisme, 1918-1925

Problemen van de literaire kritiek, 1930-35

De organisatie van de cultuur, 1930-35


Zie ook:

De tegenstrijdigheden van Antonio Gramsci, Perry Anderson
Het wetenschapsbegrip van het dialectisch materialisme, Jindřich Zelený.
Wat is orthodox marxisme?, Georg Lukács
De voorwaarden voor de wetenschappelijke ontdekking van Marx, Louis Althusser.


Zoek knop