Leest u dit met een smartphone?
Met (enkele) smartphones moet u zelf uitmaken welke modus voor u geschikt is
[In “Het hoofdstuk over geld” noemde Marx het “deel over ruilwaarde” of het “hoofdstuk over ruilwaarde als zodanig” als het onderdeel van zijn werk dat aan het “Hoofdstuk over geld” moest voorafgaan. Later, in Het Kapitaal, noemde Marx het eerste hoofdstuk “De Waar”.]
Dit deel is nog toe te voegen.
De eerste categorie waarin de burgerlijke rijkdom zich presenteert is die van de waar. De waar zelf verschijnt als de eenheid van twee aspecten. Het is gebruikswaarde, d.w.z. het object van bevrediging van een of ander systeem van menselijke behoeften. Dit is de materiële kant ervan, die in de meest disparate productieperiodes gemeenschappelijk kan zijn en waarvan de beschouwing dus verder gaat dan de politieke economie. De gebruikswaarde behoort ertoe zodra zij door de moderne productieverhoudingen wordt gewijzigd of op haar beurt in die verhoudingen ingrijpt. Wat hierover doorgaans wordt gezegd, beperkt zich tot gemeenplaatsen die een historische waarde hadden in het prille begin van de wetenschap, toen de maatschappelijke vormen van de burgerlijke productie nog moeizaam uit de materie werden gehaald en met veel moeite werden vastgelegd als zelfstandige objecten van observatie. Maar in feite is de gebruikswaarde van de waar de gegeven voorwaarde – de materiële basis waarop een bepaalde economische verhouding zich aandient. Het is alleen deze specifieke verhouding die de gebruikswaarde tot een waar bestempelt. Tarwe, bv., heeft dezelfde gebruikswaarde, of het nu door slaven, horigen of vrije arbeiders wordt geteeld. Het zou zijn gebruikswaarde niet verliezen als het uit de hemel viel. Hoe wordt gebruikswaarde omgezet in een waar? De drager van de ruilwaarde. Hoewel onmiddellijk verenigd in de waar, vallen gebruikswaarde en ruilwaarde net zo direct uit elkaar. Niet alleen lijkt de ruilwaarde niet bepaald door de gebruikswaarde, maar de waar wordt eerst een waar, realiseert zich pas als ruilwaarde, voor zover zijn eigenaar zich er niet toe verhoudt als gebruikswaarde. Pas door de verkoop [Entäußerung], door ruil tegen andere waren, eigent hij zich de gebruikswaarde toe. Toe-eigening door vervreemding is de basisvorm van het maatschappelijke productiesysteem, waarvan de eenvoudigste, meest abstracte uitdrukking de ruilwaarde is. De gebruikswaarde van de waar wordt verondersteld, maar niet voor de eigenaar, maar voor de maatschappij in het algemeen. (Zoals een arbeidersgezin in Manchester, waar de kinderen in een ruilverhouding tot hun ouders staan en hun kost en inwoning betalen, niet staat voor de traditionele economische organisatie van het gezin, zo is het systeem van moderne particuliere ruil helemaal niet de natuurlijke economie van de samenleving. De ruil begint niet tussen individuen binnen een gemeenschap, maar daar waar de gemeenschappen eindigen – aan hun grens, op het punt waar verschillende gemeenschappen met elkaar in contact komen. Gemeenschappelijk eigendom is onlangs herontdekt als een bijzondere Slavische curiositeit. [Marx verwijst naar het boek van August Haxthausen Studien über die inneren Zustände, das Volksleben und insbesondere die ländlichen Einrichtungen Russlands, T. 1, 2, Hannover 1847, T. 3, Berlijn 1852. Haxthausen schreef het na zijn reis door Rusland in de jaren veertig van de 19e eeuw en beschreef het restant van het gemeenschappelijk grondbezit in de agrarische verhoudingen.] In feite biedt India ons echter een modelkaart van de meest uiteenlopende vormen van een dergelijke economische gemeenschap, min of meer ontbonden, maar toch volledig herkenbaar; en een grondiger historisch onderzoek vindt het als uitgangspunt bij alle culturen. Het op particuliere ruil gebaseerde productiesysteem is de eerste historische ontbinding van dit natuurlijke communisme. Er ligt echter een groot aantal economische systemen tussen de moderne wereld, waar de ruilwaarde in al haar diepte en breedte de productie beheerst, en de maatschappijformaties waarvan het fundament reeds gevormd is door de ontbinding van de gemeenschappelijke eigendom, zonder dat (...) [Hier stopt het manuscript.]