Bron: De Internationale, orgaan van de Nederlandse sectie van de IVe Internationale, februari/maart 1967, jg. 10
Deze versie: Spelling aangepast
Transcriptie/HTML en contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive
| Hoe te citeren? — Graag bronvermelding !
Wat is het jammer dat uw blad, dat ik geregeld lees, in de rectificatie van het onjuiste bericht, als zou een amendement van Ger Harmsen op het verkiezingsprogramma door het congres van de PSP verworpen zijn, nu weer poneert dat: “de PSP de koloniale volken het recht op geweld ontzegt.”
Inderdaad vonden het partijbestuur en ook andere leden van de PSP het niet juist als men in het verkiezingsprogramma de volgende zin zou plaatsen:
“Dit betekent echter niet dat de PSP een absolute geweldloosheid voorstaat, in die zin dat zij de koloniale revolutie waar deze om het imperialistisch geweld te weerstaan zelf naar de wapens grijpt, afwijst en veroordeelt.”
Dat de PSP niet op het standpunt van absolute geweldloosheid staat, is juist, het ging in feite dan ook alleen om dat ene woord “afwijst”.
Over de afwijzing van oorlog en oorlogstoerusting zijn wij het allen eens maar over het al of niet aanvaardbare van het gebruik van geweld in andere situaties, bestaat in onze partij verschil van mening.
Daarom is het beter zich aan de samenvatting van de belangrijkste beginselen te houden, waar staat:
“Mede omdat het geweld het normbesef ondermijnt, staan wij in de strijd tegen onrecht het gebruik van geweldloze middelen voor ter vervanging van het geweld, dat vele onderdrukten nu nog als de enige mogelijkheid zien in hun strijd tegen tirannie.”
Deze formulering werd destijds door de samenstellers gekozen omdat zij er zich van bewust waren, dat wij niet het recht hebben de gewelddadige strijd van de onderdrukten te veroordelen, zolang wij hun niet een concrete andere weg wijzen. Als pacifistische socialisten zullen wij strijd voeren tegen kapitalisme, feodalisme, kolonialisme en fascisme. Maar wij zoeken naar geweldloze middelen en menen dat er nog onbegrensde mogelijkheden bestaan voor de ontwikkeling van methoden van geweldloze actie.
Niet voor niets worden pacifisten als de Amerikanen A.J. Muste en Dave Dellinger in Noord-Vietnam toegelaten en als bondgenoten ontvangen. Zij houden er zich niet mee bezig anderen “het recht te ontzeggen van gewapende opstand” maar trachten op hun wijze deel te nemen aan de strijd voor gerechtigheid en vrede.
MARIA C.J .SNETHLAGE lid van de PSP
Wij zijn dankbaar voor de rectificatie van kameraad Snethlage. Inderdaad is er in het PSP programma 1967-1971 geen sprake van volledige afwijzing van alle geweld in de koloniale revolutie. Inderdaad is er in de PSP verschil van mening over geweld en geweldloosheid in en buiten de koloniale revolutie.
Er zijn inderdaad PSP’ers die voortreffelijk werk deden en doen ter ondersteuning van de koloniale revolutie. Maar dit alles wil natuurlijk niet zeggen dat wij ons als revolutionaire marxisten zouden moeten onthouden van kritiek op de hele of halve pacifistische politieke lijn van de PSP, die ons inziens geen enkel probleem van het geweld in de strijd tussen kapitalisme en socialisme oplost.
Om te beginnen, wat staat er in de bewuste formulering? “Mede omdat het geweld het normbesef ondermijnt, staan wij in de strijd tegen onrecht het gebruik van geweldloze middelen voor, ter vervanging van het geweld dat vele onderdrukten nu nog als de enige mogelijkheid zien in hun strijd tegen tirannie.” Dit is beslist zwakker dan “Dit betekent echter niet dat de PSP een absolute geweldloosheid voorstaat in die zin, dat zij de koloniale revolutie waar deze om het imperialistische geweld te weerstaan zelf naar de wapens grijpt, afwijst en veroordeelt.” Maar dat niet alleen; de eerste formulering suggereert op een of andere manier dat er in de kapitalistische wereld een zone van niet-onderdrukten zou bestaan, een ontkenning dus van het wezen van het kapitalisme. Dit standpunt houdt ook in dat die “vele onderdrukten” nog niet “gerijpt” zouden zijn tot het pacifistische PSP-peil; en verder dat men hoopt dat zij er nog eens toe zullen komen, d.w.z., de wapens zullen neerleggen en daarmee in feite capituleren. Zolang het tegendeel niet uitdrukkelijk wordt gesteld kan men dit uit deze formulering lezen. N.a.v. deze problemen is het echter beter het hele vraagstuk van het geweld iets algemener aan de orde te stellen. En zeer scherp dient dan eerst te worden gesteld dat wij revolutionaire marxisten niet de geringste behoefte hebben aan geweldverheerlijking, maar het geweld als een strijdvorm zien die onverbrekelijk verbonden is met de wereldhistorische periode van de klassenmaatschappij en alle maatschappijen die daaraan zijn voorafgegaan; d.w.z. verbonden met een nog zeer primitief stadium van de mensheid, dat pas zal worden afgesloten met de vestiging en ontwikkeling van het socialisme over de hele wereld. Het bestaan van heersende klassen is gebaseerd op bezit en geweld; de macht om met geweld eigen positie te handhaven en te versterken; geweld in allerlei vorm, direct en indirect; geweld gericht allereerst tegen hen die een socialistische maatschappij willen vestigen. En nu gaat het er eigenlijk alleen om zo snel mogelijk dit geweld, deze macht van de heersende klasse te doorbreken om die nieuwe maatschappij te kunnen vestigen. Zo snel mogelijk want iedere dag dat het kapitalisme nog blijft bestaan, betekent een dag van onnoemelijk veel leed, van onderdrukking, honger, geweld en dood voor de mensheid.
Aangezien in de wereldgeschiedenis zich nog nimmer het geval heeft voorgedaan van een heersende klasse die zich heeft teruggetrokken zonder daar met geweld toe te zijn gedwongen, en de macht en geweldsmiddelen van de Westerse bourgeoisie de laatste tijd alleen nog maar groter zijn geworden, betekent geweldloosheid prediken voor de arbeidersklasse,het voorgoed afzien van de idee der vestiging van het socialisme. Het gaat er echter ook om dat bij de overgang naar het socialisme, het gebruik van geweld tot een minimum wordt teruggebracht. Het spreekt van zelf dat alle krachten moeten worden gemobiliseerd om een derde wereldoorlog, een kernoorlog te voorkomen, die kan neerkomen op de ondergang van de hele mensheid; dat alles moet worden gedaan om oorlogen tussen staten te voorkomen.
Maar het meest effectieve wapen in de strijd tegen zulke oorlogen is nu juist de revolutionaire strijd der massa’s.
In hoeverre daar geweld bij te pas komt is altijd volledig afhankelijk van de graad van gewelddadig optreden van de heersende klasse.
In deze strijd, in de klassestrijd, en in de strijd voor de zelfbevrijding van de massa’s, is er geen sprake van kiezen voor of tegen geweld. Het geweld is alom, is permanent overal aanwezig, ook al worden er geen wapens direct gebruikt; het verschil tussen dit permanente geweld en gewapend geweld is slechts gradueel. Het hardhandig optreden van de Nederlandse bourgeoisie de laatste tijd en de vlotheid waarmee men bereid is de burgerlijke democratische vrijheden op te heffen en in te perken, terwijl er van enige bedreiging van het kapitalisme als zodanig niet in het geringste sprake was, maken duidelijk hoe geleidelijk het normale culturele, psychologische, economische, juridische en politieke geweld van de bourgeoisie in politioneel en semimilitair geweld kunnen overgaan.
Het gaat daartegenover in wezen alleen om de doeltreffende zelfverdediging van de arbeidersklasse, van de werknemersmassa’s. En de meest doeltreffende zelfverdediging is massale vakbondsmatige en politieke organisatie, strijdbaar, met socialistische programma’s, onder revolutionaire leiding. In een ernstige crisissituatie, kan deze zelfverdediging overgaan in het veroveren van de macht en het liquideren van het kapitalisme, de enige doeltreffende manier om oorlog en geweld uit te bannen. Er is niet de geringste aanwijzing waar ook ter wereld dat enige heersende klasse bereid is te wijken voor vreedzaam demonstrerende massa’s, voor vreedzame boycotacties, zelfs niet voor vreedzame algemene stakingen.
Wat we altijd zagen en zien is dat men, als het er op aankomt, met wapengeweld dergelijk verzet probeert neer te slaan. Wij gaan nog even verder: doeltreffende gewapende zelfverdediging en strijd van de massa’s tegen imperialisme en kapitalisme, is de enige wijze om de mensheid voor onafzienbaar geweld en bloedvergieten te besparen.
Wij zullen iedere keer weer op de situatie van het aan de macht komen van het Duitse fascisme moeten wijzen. Als de Duitse arbeiders onder leiding van een proletarisch eenheidsfront van communisten en socialisten de machtsgreep van het fascisme in 1932-33 met geweld hadden gesmoord, dan zou dat de mensheid tientallen miljoenen doden en onafzienbare onderdrukking, vernietiging en ander leed hebben bespaard.
De tweede wereldoorlog ontstond niet door gebrek aan pacifisme maar door gebrek aan doeltreffend revolutionair geweld van de kant van de arbeidersklasse en de arbeidersbeweging tegen het fascisme en de daarmee verbonden bourgeoisie in Italië, Duitsland en ook in Spanje.
In China betekende het niet gebruiken van revolutionair geweld in de bij uitstek revolutionaire situatie van 1926-27, de 22 jarige verlenging van de halfkoloniale ellende voor honderden miljoenen Chinezen en de vernietiging van de proletarische kern van de arbeiders en de communistische beweging, een fataal feit dat tot op de huidige dag negatief doorwerkt.
In Cuba maakte het succes van het revolutionaire geweld een einde aan het ondraaglijke halfkoloniale Batista-regime.
Het revolutionaire geweld van de Vietnamezen over meer dan 20 jaar draagt meer bij tot de verzwakking van het imperialisme, van de kapitalistische bron van oorlogen, tot de bevrijding van de hele mensheid en zo ook tot de uiteindelijke vestiging van werkelijke vrede over de hele wereld, dan alle pacifisten in en buiten Nederland vroeger en nu, bij elkaar ooit hebben gedaan.
Tussen de aanwending van dit revolutionaire geweld in Azië, Latijns Amerika of in Europa, bestaat geen enkel wezenlijk verschil, afgezien dan van de omstandigheden die op de ene plaats gunstiger zijn dan op de andere.
Het revolutionaire geweld ondermijnt het “normbesef” niet; integendeel, het is juist de uitdrukking van socialistische normen. En die socialistische normen, de revolutionair-proletarische normen, de normen waar de massa’s het over de hele wereld van moeten hebben willen zij ooit het socialisme bereiken, worden juist ondermijnt door pacifistische illusies ten aanzien van het probleem van het geweld in de kapitalistische maatschappij.
Daarom is het nodig om, aanknopend bij de eerlijke pacifistische en antioorlog gevoelens die er in brede kring leven, telkens weer duidelijk te maken dat men daar niet bij kan blijven staan, als men werkelijk doeltreffend wil strijden voor het vestigen van een echte wereldvrede, die alleen maar gebaseerd kan zijn op wereldsocialisme.
En daarom is het ook van het grootste belang dat de meest bewuste socialisten in de PSP niet rusten voordat de PSP een socialistische arbeiderspartij zal zijn geworden, zonder kleinburgerlijke pacifistische illusies. Het buitengewoon goede werk van kameraad Snethlage zelf ter ondersteuning van de Cubaanse revolutie, en van andere PSP’ers ter ondersteuning van de revolutie in de Portugese koloniën in Afrika en in Algerije en niet in de laatste plaats voor de ondersteuning van de Vietnamese revolutie, zal daarbij een bron van inspiratie kunnen zijn.