S.P.

Spanje: arbeiderscomités


Bron: De Internationale, orgaan van de Nederlandse sectie van de IVe Internationale, mei 1967, jg. 10
Deze versie: Spelling aangepast
Transcriptie/HTML en contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive
| Hoe te citeren? — Graag bronvermelding !

Qr-MIA

       


Deel deze tekst met een kennis
Het e-mailadres:


Verwant
De Spaanse les, een laatste waarschuwing
Revolutie en contrarevolutie in Spanje
Mijn werk in Spanje

Opgesloten in de officiële verticaal georganiseerde vakbonden, en gedwongen om daar te co-existeren met de ondernemers, hebben de Spaanse arbeiders geen officiële verdedigingsorganisaties. Om voor hun rechten op te komen hebben zij enkele jaren geleden spontaan in embryonale vorm ingesteld wat later de arbeiderscomités zouden worden. Op de ene plaats in de loop van een sociaal conflict, op een andere plaats met medeweten van de officiële bonden, hebben de arbeiders vertrouwensmannen aangewezen om hun eisen naar voren te brengen. Dit voorbeeld werd op grote schaal gevolgd tot angst van ondernemers en autoriteiten. In de propaganda voor deze zelfvertegenwoordiging van de arbeiders zijn de meest bewuste arbeiders uit alle politieke en vakbondsstromingen actief, en vooral de communistische en katholieke.

In 1965 werd een elftal mijnarbeiders een openbaar proces aangedaan voor dergelijke activiteiten, waarbij zij werden vrijgesproken, een zeer gunstig precedent voor de toekomst van de arbeiderscomités.

Op 28 juni 1966 brachten Madrileense arbeiders, tijdens een belangrijke straatdemonstratie een document van de arbeiderscomités, dat op een of andere manier hun eerste officiële proclamatie bevatte, naar het Ministerie van Arbeid. Hieronder volgt de tekst:
“Op deze 28 juni, op de dertigste verjaardag van de historische gebeurtenis die de strijd van de Spaanse arbeiders beslissend heeft beïnvloed, doorbreken wij in het aangezicht van de geringe waarde van de officiële vakorganisatie, de ons opgelegde belemmeringen, en richten wij ons via U, hoogste autoriteit in arbeidszaken, tot de Spaanse regering. Wij eisen dat de wereld van de arbeid voor volwassen wordt verklaard en dat ons de rechten en verantwoordelijkheden worden gegeven die de arbeiders over de hele beschaafde wereld reeds hebben veroverd.

Wij arbeiders zijn nergens vertegenwoordigd zoals het behoort; de vakbondsbestuurders van hoog tot laag worden nog steeds van bovenaf benoemd; wij worden niet geraadpleegd bij het opstellen van arbeidswetten; arbeidsovereenkomsten worden buiten ons afgesloten; de meest bewuste arbeiders die vechten voor de verdediging van de rechten van hun kameraden, zijn net als de anderen, uitgeleverd aan de willekeur van de ondernemers. Daarnaast zijn wij hulpeloos tegenover plotselinge prijsstijgingen die op onverbiddelijke wijze het werkelijke loon uithollen. Tegenover dit gebrek aan verdedigingsmiddelen van de arbeiders, treffen wij het misbruik aan dat de ondernemers maken van de officiële vakbonden en andere ondernemersorganisaties.

Men spreekt regelmatig over de vernieuwing van de opbouw van de vakbeweging maar in werkelijkheid gebeurt er niets. Alle frasen van politieke en vakbondsleiders ten gunste van de wereld van de arbeid, zijn slechts propaganda. Slechts door onze voortdurende druk in alle delen van het land en ten koste van de offers en het leed van talloze gezinnen, hebben wij de Spaanse maatschappij gedwongen om, zij het dan op schuchtere wijze stelling te nemen ten opzichte van het ernstige probleem van de sociale onrechtvaardigheid.

De arbeiderscomités, de laagste bondsbestuurders in de bedrijven, provinciale en nationale sociale vertegenwoordigers (?) en in het algemeen de metaalarbeiders, de bouwvakkers, de typografen, de arbeiders in de chemische industrie, bij het transportwezen, bij de communicatiemiddelen, de water-, gas- en elektriciteitsbedrijven, de banken, de handel, en het onderwijzend personeel, zijn van mening als de eerste stap op de weg naar hun toekomstige doeleinden dat de regering, als teken van oprechtheid ons het volgende moet toekennen:
1) herziening van het minimumloon, dat ons inziens 250 peseta’s voor een normale arbeidsdag moet zijn, zowel voor de stads- als voor de landarbeiders, voor de mijnwerkers en voor de zeevarenden, zonder de ambtenaren te vergeten. Werkelijk gelijk loon voor man en vrouw, en eerbiediging van het arbeidsrecht van de jeugd.
Glijdende loonschaal, waarbij het loon automatisch omhoog moet als de kosten van levensonderhoud met meer dan 4 % zijn gestegen.
2) Afschaffing van de tijdelijke contracten en stopzetting van de ontslagen die worden “gerechtvaardigd” door een verklaring van “crisis in de onderneming”; dit, om een einde te maken aan de misbruiken die tegen ons worden gericht. De landarbeiders en bouwvakkers zijn de voornaamste slachtoffers van de tijdelijke contracten; en deze twee verderfelijke systemen (ontslag zonder meer en tijdelijk contract) breiden zich steeds meer uit tot andere bedrijfssectoren zoals bewezen wordt door de ontslagen bij Standard, Marconi, Perkins, Imprimeurs, RENFE, Union Espanola de Explosivos, Helices, MMM enz.,
3) Arbeidszekerheid voor de arbeiders boven de 35 jaar en voor arbeiders met grote gezinnen.
4) Stakingsrecht.
5) Recht van vergadering.
6) Verplichting van de ondernemingen om lokalen ter beschikking te stellen voor bijeenkomsten van arbeiders.
7) verkiezing van alle vakbondsbestuurders, zonder enige uitzondering.
8) scheiding en volledige onafhankelijkheid in de vakbeweging van de organisaties van de arbeiders en die van de ondernemers, en eerbiediging van die scheiding door de overheidsorganen.
9) Gegarandeerde volledige vrijheid, onafhankelijkheid en veiligheid voor de vertegenwoordigers van de arbeiders.
10) Een werkelijke verkiezingscampagne (deze werden verwacht september 1966). Hiertoe is nodig dat men aan de kandidaten alle communicatiemogelijkheden ter beschikking stelt. De vakbondskantoren en de bedrijven moeten worden gebruikt voor de verkiezing van de lagere bondsbestuurders. Op provinciaal en nationaal niveau, moeten de kandidaten, naast de vakbondskantoren, ook gebruik maken van de pers, de radio en de televisie.
11) Recht van arbeiderscontrole op alle fasen van de verkiezingsprocedure.”

De Madrileense arbeiders

Tegelijkertijd tekenden honderden intellectuelen een stuk dat aan bovenstaande tekst werd toegevoegd en dat als volgt luidt:
“De ondergetekenden, intellectuelen, kunstenaars, ingenieurs en technici, die de problemen van de Spaanse arbeiders tot de hunne maken, ondersteunen volledig de rechtvaardige eisen die in dit bijgaand document worden geformuleerd.”

Ondanks de onderdrukkingsmaatregelen, droeg de weerklank die dit gebeuren opriep er toe bij de arbeiderscomités nog meer in het land verworteld te doen raken.

Voor de vakbondsverkiezingen van september ’66 werd het parool uitgegeven om massaal deel te nemen ten einde een zo groot mogelijk aantal van in de afgelopen periode van strijd geselecteerde strijdbare arbeiders te doen verkiezen. In de districten Madrid, Barcelona, Valencia, Sevilla en Baskenland, werden belangrijke successen geboekt ondanks verkiezingsgeknoei; vooral in de grote staalbedrijven.

In andere gebieden en vooral in Asturië waren de resultaten geringer door de tactiek van zekere anarchisten en socialisten.

Op het ogenblik zijn de arbeiderscomités een niet ongedaan te maken feit in de wereld van de Spaanse arbeiders. In sommige gebieden met grootgrondbezit vertonen zij de tendens tot verbreiding onder de landarbeiders. Alle onderdrukking leidt slechts tot versterking van de arbeiderscomités.

Het is interessant om de mening van fel anticommunistische tegenstanders van de arbeidersbeweging te vernemen. Aanhangers van de oud-minister van arbeid José Antonio Giron, die een afwijkende falangistische tendens vormen stelden een stuk op getiteld “Mevrouw de Volksnieuwsgierigheid ondervraagd Jan de Spanjaard”, waarin zij de communistische partij beschuldigden een eigen organisatie voor haar tactiek te hebben gevormd: de arbeiderscomités. Zij stellen verder het probleem als volgt:
En hebben die arbeiderscomités veel aanhangers?” “Nee, dat hebben ze niet. Maar de argumenten die zij naar voren brengen wel. De oorzaak is nogal eenvoudig: die argumenten die ontleend zijn aan de Spaanse werkelijkheid zijn gerechtvaardigd, ook al zijn sommige ervan sterk overdreven. De arbeiderscomités of elke andere organisatie die deze argumenten naar voren brengt, kan bij de verdediging ervan ongetwijfeld de Spaanse massa’s meekrijgen.”

Zeker; en als de arbeiderscomités hun strijdprogram verdiepen, zullen zij de Spaanse massa’s meekrijgen. Door hun klassekarakter en hun democratische totstandkoming, vormen de arbeiderscomités de kiem van de Eenheidsfrontcomités die in staat moeten zijn alle stromingen in de Spaanse arbeidersbeweging te verenigen. Zij kunnen de verbinding zijn tussen de revolutionaire comités van 1936 en de (proletarische) eenheidsfrontcomités die de Spaanse arbeidersbeweging nodig heeft om eenheid in de strijd te smeden op basis van duidelijke klassedoeleinden. Naarmate zij in de loop van de verdieping van de vrijheidsstrijd politiek steeds verdergaande eisen zullen stellen voor de revolutionaire omvorming van de Spaanse werkelijkheid, kunnen zij aan de nieuwe strijdorganen een diepere inhoud en een sterker dynamiek geven.
3-3-67
S.P.