Guy Cudell

De Belgische arbeidersbeweging gedurende de Eerste Wereldoorlog


Bron: La Gauche nr. 22, 28 mei 1960/speciaal nr. 75ste verjaardag van de BWP
Transcriptie/Vertaling: Valeer Vantyghem
Oorspronkelijke titel: Le mouvement ouvrier belge pendant la 1ière guerre mondiale
HTML en contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive

Laatste bewerking: 16 oktober 2009


Verwant:
Manifest van Zimmerwald
Vijftig jaar geleden, 1914, het Grote Schisma
Uit de voorgeschiedenis van de wereldoorlog

Het is niet zo als ware de oorlog een dwaling van de geschiedenis geweest. Het was een verschrikkelijke nederlaag voor de arbeidersklasse. Op de dag van de invasie werd Emile Vandervelde benoemd tot minister van state. ‘De strijd tegen de invaller schorst de klassenstrijd’, heeft hij gezegd. Het werd inderdaad de ‘Union Sacrée’. Maar zeggen dat de klassenstrijd had opgehouden, daar was niks van aan.

Wat was er van de BWP geworden? Die bleef gewoon bestaan. De bezetting was niet deze van de Tweede Wereldoorlog. Zeker er bestonden heel wat verbodsbepalingen, er was illegaliteit, doch er werd minder scherp toegekeken. Vanaf september 1914 nam het bureau van de algemene raad de leiding van de Partij in handen en enkele kameraden werden eraan toegevoegd, voor het merendeel mandatarissen. Het Uitvoerend orgaan hield twee keer week overleg ... en ontving gasten op woensdag. Het bureau van de algemene raad is in 1914 vier keer samengekomen; in 1915 zestien keer, in 1916 elf keer, vier keer in 1917 en dertien keer in 1818. De Algemene Raad werd in 1916 zeven keer bijeengeroepen, dertien keer in 1917 en dertien keer in 1918. De meeste militanten waren in het land gebleven. Enkelen waren in Le Havre of hadden de geallieerden vervoegd. Anderen vestigen zich in de neutrale landen. Via Nederland zijn er veelvuldige contacten.

Op 3 augustus 1914 richt de algemene raad een manifest tot de bevolking dat oproept om deel te nemen aan de defensieve landsverdediging, doch het eindigt met de woorden ‘Wat ook de omstandigheden mogen zijn waarin onze kameraden zich zullen bevinden, vragen wij hen, te midden van de misdaden die ze zouden zien begaan, nooit te vergeten dat ze zijn aangesloten bij de Arbeidersinternationale, en om zich in die mate broederlijk en goed te gedragen verenigbaar met hun wettelijke zelfverdediging, zowel individueel als die van het land’.

Maar van de nadrukkelijke verwijzingen van de zomer van 1914 gaat men al vlug over tot chauvinistische overdrijvingen. En de wapenstilstand zelf zal hier heel weinig aan veranderen. Zijn het niet Mertens, Solau en Lekeu, verslaggevers op het eerste congres van de BWP dat na 1918 plaatsvindt, die schreven: ‘de Duitse soldatenbende heeft de oude politieke vrijheden afgeschaft’. Wanneer men terugdenkt aan de arbeidersstrijd van 1830 tot 1914 vraagt men zich af wat deze ‘oude vrijheden’ voor de arbeidersklasse wel zouden kunnen betekenen.

De internationale positie van de BWP

Voor de 21ste september 1914 wordt een vergadering van het Executief Comité van de Internationale te Brussel bijeengeroepen. Op de agenda staat: het overplaatsen van de Internationale naar Den Haag; een conferentie van de Internationale in 1914 om de oorlog een halt toe te roepen; het hervormen van de Internationale die sinds augustus was uiteengevallen.

Het bureau van de algemene raad doet hieromtrent een uitspraak en meent dat het in feite onmogelijk is het Congres van de Partij samen te brengen om te zien of een conferentie van de Internationale wel een geschikte zaak zou zijn. Het voegt eraan toe dat er niet met de Duitsers zal worden gesproken, tenzij ze als aangeklaagden voor de Internationale verschijnen. Toch gaat het bureau van de algemene raad ermee akkoord dat de Internationale naar Den Haag wordt overgeplaatst. Vinck en Wauters begeven zich in november naar Nederland, Frankrijk en Engeland om de visie van de BWP toe te lichten. Ze zijn op hun standpunt gebleven en kunnen zeggen dat de broederpartijen akkoord gaan, behalve Keir Hardie en Ramsey Mac Donald die nagelaten hebben een antwoord te geven en Troelstra die erop staat als bemiddelaar op te treden tussen de arbeiderspartijen van de geallieerde landen en die van de neutrale landen.

Op dat moment wordt de Internationale naar Den Haag overgeplaatst. Op vraag van de partijen van de neutrale landen worden er om hen te vertegenwoordigen Nederlanders aan het Bureau toegevoegd. Vandervelde en Anseele blijven in functie. Het Bureau besluit tot een conferentie van de neutrale landen en de Scandinaviërs begin 1915 in Den Haag. Dit wordt het begin van alle pacifistische pogingen van de Hollanders en Scandinaviërs.

In februari 1915 komen de partijen van de geallieerde landen te Londen samen. Ze verduidelijken hun standpunt: de oorlog vloeit voort uit het kapitalisme; het Duitse imperialisme dient verslagen door het economisch te verpletteren; geen oorlog met het volk maar tegen de regeringen; vrijheid voor de volkeren om over zichzelf te beschikken; meer bepaald voor Elzas Lotharingen; geen veroverde gebieden; Verenigde Staten van Europa en van de wereld. Op hun beurt vertrekken Vandersmissen en Wauters naar Den Haag; ze willen geen contact met de Duitse socialisten; het ogenblik is nog niet rijp om over vrede te spreken.

Zimmerwald

Gelukkig wordt binnen de arbeidersbeweging die mening niet eenparig gedeeld. Van 5 tot 8 september zal er te Zimmerwald (op 10 kilometer van Bern) een eerste conferentie doorgaan van hen die wensen neen te zeggen aan de imperialistische oorlog. Op zich vormt dit geen episode binnen de geschiedenis van de Belgische arbeidersbeweging. Te Zimmerwald was er geen enkele Belg aanwezig. Doch deze gebeurtenis is voor de arbeidersbeweging van zulk belang dat wanneer er over de oorlog wordt gesproken we dit niet terzijde kunnen laten. Er waren achtendertig deelnemers: tien Duitsers (Ledebour, Hoffman, Ernst Mayer, Bertha Thalheimer, Paul Levi van de groep Spartacus ...); negen Russen waaronder Lenin, Trotski, Zinovjev, Martov, Axelrod, Tchernov en Natanson (de laatste twee sociaal-revolutionairen); vier Italianen, officiële gemachtigden van de PSI; twee Fransen Meerherim en Bourderon (revolutionaire syndicalisten); vier Zwitsers, officiële afgevaardigden van de Zwitserse PS. De Engelse vertegenwoordigers, Jowet en Bruce Glasier, van de Independant Labour Party konden niet aanwezig zijn daar ze geen paspoort kregen.

Te Zimmerwald onderscheidden de strekkingen zich van elkaar vooral omtrent volgende kwesties: de vroegere Internationale heroprichten of voorbereidselen treffen voor een nieuwe Internationale, strijden voor de vrede of van de imperialistische oorlog een burgeroorlog maken. De groep van het centrum – Trotski, Henriette Roland Holst, de Duitsers van Spartacus – stemt met de linkervleugel doch blijft in de minderheid. Uiteindelijk is het Trotski die het manifest zal opstellen dat eensgezind wordt aanvaard en in Europa voor heel wat opschudding zorgt.

Van toen af verspreiden deze opvattingen zich als een lopend vuurtje. In alle landen neemt het verzet tegen de oorlog toe. In Duitsland vindt er een scheuring plaats binnen de socialistische groep in de Reichstag. In Frankrijk ontpopt er zich binnen de socialistische partij een sterke oppositie tegen de politiek van de Union Sacrée. Deze oppositie wordt geleid door J. Longuet

Stockholm

Op 29 april 1917 publiceert de ‘Social Democraten’ van Stockholm een uitnodiging opgesteld door de Hollandse afgevaardigden binnen het Bureau van de Internationale. Andere delegaties van neutrale landen sluiten er zich bij aan. Het betreft een oproep om aanwezig te zijn op een internationale socialistische conferentie te Stockholm op 15 mei 1917 en de volgende dagen. Op de agenda staat: de internationale toestand. De uitnodiging is getekend Camille Huysmans.

De weerklank binnen de arbeidersbeweging is enorm. Enkele dagen later, op 1 mei, wordt te Stockholm het befaamde Hollands – Scandinavische comité gevormd (Zweden, Denemarken, Noorwegen). Huysmans wordt secretaris. Hij zetelt permanent. De conferentie van Stockholm eveneens.

In mei 1917 besluit het bureau van de algemene raad om zijn standpunt van december 1916 te handhaven. Doch men wist toen al dat de Brouckère en Vandervelde, zoals Anseele overigens, er ideeën op nahielden die wat meer genuanceerd waren. Op 1 juni 1917 wijst het Uitvoerend Comité van de Raad van Afgevaardigden van arbeiders en soldaten van Petrograd erop dat het in maart een oproep had gedaan aan de volkeren van heel de wereld. het sluit zich aan bij Stockholm. De invloed van deze oproep is aanzienlijk. Wereldwijd wordt er gemene laster verspreid. En op 30 juni 1917, bij hun terugkeer uit Rusland, leggen Vandervelde en de Brouckère, bij hun doortocht te Stockholm, aan de conferentie een memorandum voor: geen bijeenkomst met de centrale mogendheden.

Op 12 juli 1917 verspreidt de delegatie van Arbeiders en Soldaten van Rusland en het Hollands -Scandinavische comité een nieuwe uitnodiging voor 15 augustus 1917. Ze vangt aan met het ordewoord ‘Proletariërs aller landen verenigt U’.

Eerst het bureau van de algemene raad, dan de algemene raad van de BWP, slaan de uitnodiging af. Toch brengen ze een groet aan de Arbeiders en Soldaten van Rusland. Dat gebeurt ook nog een in januari 1918, wanneer de algemene raad zal beraadslagen over de mandaten die aan Vandervelde en de Brouckère moeten worden verleend. Zij worden afgevaardigd op de conferentie van de socialisten uit de geallieerde landen die wat later te Londen zal bijeenkomen.

Wauters en Lekeu zijn onverbiddelijke voorstanders van een oorlog tot het einde. Ze stigmatiseren de Russen en hun ‘massaal en gehele tekort schieten tegenover de vijand’. Ze willen niet ‘onder het voorwendsel van een sociale revolutie voor de koning van Pruisen werken’. Enkel Jacquemotte, Massart en Everling zijn ‘voor’ Stockholm en dan nog heel aarzelend.

In België gaat de klassenstrijd gewoon door

Vanaf het begin van de oorlog overheerste het probleem van de ravitaillering. De BWP en de Syndicale Commissie belasten Vandersmissen (overleden in 1916) en Wauters ermee om contact op te nemen met de Belgische regering die te Le Havre haar toevlucht had gezocht en tevens om bij het Nationaal Hulp en Voedingscomité aan te dringen op voldoende hulp voor de Belgische werklozen. Ze werken hand in hand met de christelijke beroepsverenigingen van België en hun leider, pater Rutten. Ze bekomen kredieten en tevens dat de werkloosheidsuitkeringen door de vakbonden worden uitbetaald.

Doch de klassenstrijd is niet dood. En het is nodig dat Francqui en Levie bemiddelen in de reactionaire middens. Voor die middens is de arbeider de vijand gebleven en dit ondanks de patriottische eenheid. Dit geldt eveneens voor de socialisten die hun medewerking hadden verleend. De bazen zagen in de oorlog de gelegenheid om hen in hun rechten te beknotten. En in september 1917, ondanks het protest van de arbeiders, wordt de werkloosheidsbediening opgeheven in de vorm zoals die eerst was aanvaard.

In juni 1916 trekt een rapport van Emile Vinck de aandacht, het wijst op de tragische situatie waarin de arbeidende klasse zich bevindt. Brussel is hard getroffen. In de hospitalen groeit het aantal gevallen van tuberculose met 50 procent. De Engelse ziekte bij de kinderen die sinds het begin van de oorlog waren geboren was van 4,7 procent in 1914 gestegen tot 21,3 procent in 1916.

De algemene raad verzoekt om een onderhoud bij het Nationaal Comité. Het zet er uiteen hoezeer enkel de gegoede klasse, ondanks de oorlog, een al even voedzaam regime had kunnen handhaven als tevoren. Gezien het platteland zich onbeschaamd verrijkt oppert de algemene raad de bezetter te vragen naar bevoegdheden om tot opvordering over te gaan evenals een rantsoenering van de producten.

In oktober 1916 verordenen de Duitsers de deportatie van werkloze arbeidskrachten. De BWP richt een brief met een plechtig protest aan von Bissing, de militaire gouverneur. Uiteraard verwerpt deze het socialistisch protest en geeft te kennen dat zijn regering de mensenrechten in acht zal nemen ... In 1917 is de economische situatie uitermate belabberd en de ellende van de arbeiders op haar hoogtepunt. Het sterftecijfer wordt indrukwekkend. Te Seraing zal het tijdens het eerste semester van 1917 verdrievoudigen. De prijzen stijgen duizelingwekkend. De arbeiders gaan in groten getale bij de Duitsers werken.

In augustus 1917 hecht de algemene raad zijn goedkeuring aan de houding van de socialisten van Le Havre. Die waren minister zonder portefeuille geworden, Vandervelde sinds 18 januari 1916, Brunet sinds 1 januari 1917. Wat de raad niet belet om een maand later bij de regering van Le Havre te gaan protesteren en om rekenschap te eisen. Waarom vond de Belgische regering niet voldoende tonnenmaat voor het transport van de ravitaillering bestemd voor de Belgische bevolking? Waarom had de regering een lening van 50 miljoen goudfrank afgewezen daartoe aangeboden door de Société Générale? De algemene raad richt zich tegelijkertijd tot von Falkenhausen, zonder enig resultaat uiteraard.

We willen er nog op wijzen dat gedurende heel die periode de sociale werken voor de arbeiders half clandestien hun werk verder hebben gezet. Emile Housiaux, Guillaume Solau, Landsvreugt publiceren het ‘Socialistische Bulletin’. Hoewel rechts van strekking is het ondanks alles iets dat moed gaf, in die zin dat het voor de arbeidersklasse de informatiebron bij uitstek was over wat er in België en in de wereld gebeurde. Het is door al deze activiteiten dat Vandervelde, toen hij blij verrast was geweest bij zijn terugkeer uit Le Havre, zal zeggen dat hij versteld stond, hoezeer het kader van de partij intact was gebleven.

Op 30 oktober 1918 hecht de algemene raad zijn goedkeuring aan de houding van de ministers van Le Havre en tevens aan de socialistische regeringsdeelname ... voor de heropbouw. Doch er worden voorwaarden gesteld: Algemeen Stemrecht; opheffen van artikel 310 van het Strafwetboek; vakbondsrechten in de openbare diensten; belastingen op de oorlogswinsten; het vervolgen van de verraders en de hamsteraars. Drie dagen voor de wapenstilstand leggen gemobiliseerde Belgische arbeiders van de oorlogsfabrieken uit de streek van Le Havre het werk neer. De regering wil er de rijkswacht op afsturen. De socialistische ministers dienen hun ontslag in. De arbeiders verkrijgen voldoening. En toen was het wapenstilstand.


Zoek knop