Karl Kautsky
De dictatuur van het proletariaat
Tegenover de hier vermelde nadelen van de dictatoriale methode staan, zo beweert men, ook wel voordelen. Zij levert een schitterend praktijkvoorbeeld, en zelfs als zij zich niet kan handhaven, kan ze toch veel in het belang van het proletariaat tot stand brengen wat niet meer ongedaan te maken is.
Laten wij eerst dit praktijkvoorbeeld nader bekijken. Dit argument komt uit de volgende overweging voort. Onder de democratie, waarbij de meerderheid van het volk heerst, kan het socialisme eerst worden doorgevoerd als men de meerderheid daarvoor gewonnen heeft. Dat is een langzaam groeiend en moeilijk proces. Veel vlugger komen wij tot ons doel als een energieke doelbewuste minderheid zich van de staatsmacht meester maakt en haar benut voor de doorvoering van socialistische maatregelen. Haar resultaten zullen onmiddellijk overtuigend werken en de meerderheid, die zich tot nu toe verzette, zal spoedig tot het socialisme worden bekeerd.
Dit klinkt zeer verleidelijk en klonk ook zo al uit de mond van de oude Weitling. Het heeft slechts één gebrek, nl. dat het veronderstelt wat bewezen moet worden. De tegenstanders van de dictatoriale methode bestrijden juist dat de socialistische productie door een minderheid, zonder medewerking van de volksmassa door te voeren is. Mislukt echter de proef, dan is dat ook een praktijkvoorbeeld, maar in tegengestelde richting. Niet propagerend, maar afschrikkend.
Mensen, die zich door zulk een voorbeeld en niet door nauwkeurig onderzoek en nagaan van de sociale verhoudingen laten overtuigen, dus de gedachteloze aanbidders van het resultaat, zullen bij een mislukken van de proef ook niet onderzoeken waarom zij mislukte. Zij zullen niet in de ongunstige omstandigheden of in de maatschappelijke onrijpheid de reden zoeken, maar in het socialisme zelf en zullen de conclusie trekken dat het socialisme voor niets deugt.
Men ziet, ook het praktijkvoorbeeld heeft een zeer bedenkelijke kant.
Hoe hebben wij ons dat praktijkvoorbeeld voor te stellen?
De inhoud van het socialisme kunnen wij populair in deze woorden samenvatten: Vrijheid en brood voor ieder. Dat is het wat de massa’s er van verwachten, en waarom zij socialist zijn. De vrijheid is niet minder belangrijk dan het brood. Ook welgestelde, zelfs rijke klassen, hebben voor hun vrijheid gestreden, en hebben zich niet zelden de zwaarste offers aan goed en bloed getroost voor hun overtuiging. De behoefte aan vrijheid, aan zelfbeschikking, ligt evenzeer in de natuur van de mens als de behoefte aan voedsel.
Tot nu toe gaf de sociaaldemocratie op deze wijze praktijkvoorbeelden aan de volksmassa’s, dat zij de meest onverschrokken strijdster was voor de vrijheid van alle onderdrukten, niet slechts van de loonarbeiders, maar ook van vrouwen, van vervolgde godsdiensten en rassen, van joden. Negers en Chinezen enz. Door deze praktijkvoorbeelden heeft het zich aanhangers verworven ver buiten de kring van de loonarbeiders.
En nu, zo beweert men, moet de sociaaldemocratie zodra ze aan de macht gekomen is, dit voorbeeld door het tegenovergestelde gaan vervangen. Haar eerste raden moeten in de opheffing van het algemeen kiesrecht en de vrijheid van drukpers bestaan, in het ontnemen van rechten aan grote volksmassa’s. Want hierop moeten wij voortdurend wijzen, hierop komt het neer, bij de vervanging van democratie door de dictatuur. Om de politieke invloed van de opperste tienduizend te breken, is er geen uitsluiting van het kiesrecht nodig. Deze invloed hebben zij niet, alleen omdat zij ook persoonlijk het kiesrecht bezitten.
Alle kleinhandelaren, handwerkers, boeren van midden- en grootbedrijf, het grootste deel van de intellectuelen, worden, zodra de dictatuur van het proletariaat hen de politieke rechten ontneemt, door dit soort van voorbeeld veranderd in vijanden van het socialisme. Zelfs indien ze dit niet waren. Eveneens worden allen die het socialisme aanhingen, omdat het voor de vrijheid van allen streed, tot vijanden van de proletarische dictatuur.
Niemand zal dan gewonnen worden die al niet socialist was. Slechts het aantal vijanden van het socialisme zal worden vermeerderd.
Maar socialisme belooft niet slechts vrijheid, maar ook brood. Dat zal dan deze verzoenen, wie de communistische dictatuur de vrijheid ontnam.
Het zijn niet de beste massa’s, die voor brood en spelen het verlies van vrijheid vergeten. Maar zonder twijfel zou materiële welstand velen tot aanhangers van het communisme maken, die vroeger twijfelde, of door onderdrukking vervreemd waren. Welstand moet dan ook komen, en wel spoedig. Niet als een toekomstbelofte, zal het als een praktijkvoorbeeld dienst kunnen doen.
Waardoor moet deze welstand worden verkregen? De noodzakelijkheid van de dictatuur stelt dat een minderheid van de bevolking zich meester maakt van de macht. Een minderheid bestaande uit bezitlozen. Het scherpste wapen van proletariërs is echter hun aantal, en in normale tijden kunnen zij slechts daardoor hun doel bereiken. Kunnen zij slechts dan staatsmacht veroveren als zij de meerderheid vormen. Zij zullen als minderheid slechts dan het staatsroer in handen krijgen wanneer zich een samenloop van buitengewone omstandigheden voordoet, van catastrofen, waarbij een regeringsvorm die de staat in diepe ellende bracht, ineenstort.
Het socialisme, d.w.z. algemene welstand onder moderne cultuurverhoudingen, zal slechts mogelijk zijn door de geweldige ontplooiing van productiekrachten, die het kapitalisme doet ontstaan door de enorme rijkdom die het schept en die het in de kapitalistische klasse concentreert. Een staatswezen dat deze rijkdommen door een onzinnige politiek, bv. door een verloren oorlog, verkwist heeft, geeft geen gunstig uitgangspunt voor een snelle uitbreiding van welstand in alle lagen van de bevolking.
Wanneer nu als erfgenaam van dat bankroete staatswezen niet een democratisch, maar een dictatoriaal regime optreedt, wordt de toestand nog erger. Daar dan burgeroorlog het noodzakelijke gevolg wordt. Wat aan materiële middelen nog overgebleven was, wordt door anarchie verwoest.
Tenslotte betekent welstand voor allen, ononderbroken voortgang van de productie. De vernietiging van het kapitalisme is nog geen socialisme. Waar kapitalistische productie niet onmiddellijk in socialistische kan worden omgezet, moet deze blijven bestaan, anders wordt het productieproces onderbroken en daardoor massa-ellende geproduceerd die het moderne proletariaat evenzeer als algemene werkloosheid vreest.
Slechts daar waar het proletariaat geschoold is in coöperatief, vakbonds of stedelijk zelfbestuur en heeft deelgenomen aan de wetgeving van de staat, en aan de regeringscontrole, waar bovendien talrijke intellectuelen bereid zijn zich in dienst te stellen van de socialistische productie, slechts daar kan, zonder stoornis, het kapitalisme door het socialisme worden vervangen in alle bedrijven, waar onder de nieuwe verhoudingen de kapitalistische productie onmogelijk is geworden.
In een land dat economisch nog zo weinig ontwikkeld is, dat het proletariaat er nog een minderheid vormt, is deze rijpheid van het proletariaat niet te verwachten.
Wij mogen dus aannemen dat overal waar het proletariaat de staatsmacht slechts kan behouden door dictatuur in tegenstelling tot de democratie, de moeilijkheden die het socialisme in de weg staan, zo groot zullen zijn dat het uitgesloten is dat dictatuur spoedig algemene welstand zal brengen, en de politiek geknechte volksmassa’s zo zou verzoenen met het regime.
Wij zien dan ook dat de sovjetrepubliek, na negen maanden, gedwongen was de redenen uiteen te zetten waarom in plaats van algemene welstand, overal algemene noodtoestand heerste.
Voor ons ligt: Stellingen over de socialistische revolutie en de taak van het proletariaat gedurende zijn dictatuur in Rusland, van bolsjewistische zijde. Een gedeelte handelt over: De moeilijkheid van de situatie. Stelling 28 luidt:
Het proletariaat volbrengt zijn organische positieve arbeid onder de grootste moeilijkheden. De moeilijkheden van interne aard zijn slijtage van machines en ontzettende uitputting van economische krachten, zelfs ontbinding ten gevolge van de oorlog; de politiek van de kapitalistische klasse vóór de Oktoberrevolutie (de bewuste politiek van desorganisatie, om na de anarchie burgerlijk-dictatoriale orde te scheppen); de algemene sabotage van de bourgeoisie en de intellectuelen na de Oktoberrevolutie; de permanente contrarevolutionaire gewapende en ongewapende opstanden van gewezen officieren, van generaals, van bourgeoisie; gebrek aan technische krachten en aan scholing van de arbeidersklasse zelf.[2] Gebrek aan organisatorische ervaring; het bestaan van grote lagen van kleinburgers die een desorganiseerende klasse par excellence is, enz.
Dat alles is zeer juist. Betekent het echter iets anders dan de onrijpheid van de verhoudingen? En bewijst het niet treffend dat onder deze omstandigheden, in het huidige Rusland, aan een praktijkvoorbeeld in de zin van het socialisme niet te denken valt? Een merkwaardig praktijkvoorbeeld, dat theoretische uiteenzettingen nodig heeft om aan te tonen waarom het voorbeeld nog niet zichtbaar is. Moeten daardoor zij bekeerd worden die zich tot nu toe tegen het socialisme verzetten en die slechts door praktische resultaten te overtuigen zijn?
Natuurlijk kan ieder nieuw regime op onverwachte moeilijkheden stuiten. Het zou verkeerd zijn ze alvast aan het regime te wijten, en zich aldus zonder onderzoek van de feitelijke verhoudingen, te laten ontmoedigen. Zal men het ondanks al de moeilijkheden uithouden, dan moet men al een sterke overtuiging van de juistheid en noodzakelijkheid van het regime hebben. Slechts dan zal men zich niet van de wijs laten brengen. De aanbidders van het resultaat zijn steeds onzekere bondgenoten.
Wij komen dus steeds tot de democratie terug, die ons dwingt de massa’s door de meest intensieve propaganda inzicht bij te brengen en te overtuigen. Voor wij met het socialisme kunnen beginnen. Wij moeten ook hier de methode van de dictatuur afwijzen, die in plaats van de overtuiging, het praktijkvoorbeeld van het geweld stelt.
Daarmee willen wij niet zeggen dat het praktijkvoorbeeld niets zou betekenen bij de verwezenlijking van socialisme. Integendeel, het kan en zal daarbij een grote rol spelen, maar niet door middel van een dictatuur.
Verschillende staten in de wereld staan op zeer verschillende trappen van economische en politieke ontwikkeling. Hoe meer kapitalistisch een staat is, hoe meer democratisch hij aan de andere kant is, des te dichter hij staat bij het socialisme. Hoe meer ontwikkeld zijn kapitalistische industrie is, des te hoger zijn de productiekrachten, des te groter is de rijkdom, des te meer maatschappelijke arbeid, des te talrijker zijn proletariaat. En hoe democratischer een staat is, des te beter georganiseerd en geschoold zijn proletariaat. De democratie belemmert soms het revolutionair denken, maar is het onontbeerlijke middel tot de rijpheid om gemakkelijk de staatsmacht te veroveren en het volbrengen van een sociale revolutie. In geen enkel land blijven conflicten uit tussen proletariaat en heersende klassen. Maar hoe meer een land kapitalistisch en democratisch is, des te groter wordt de kans voor het proletariaat in zulk een conflict, niet slechts tijdelijk te winnen, maar ook de resultaten van de overwinning duurzaam te behouden.
Waar een proletariaat onder zulke voorwaarden het beleid in handen krijgt zal het ook voldoende materiële en ideële machtsmiddelen aanwezig vinden, om onmiddellijk aan de economische ontwikkeling een socialistische richting te geven en de algemene welstand te verhogen.
Dan wordt er werkelijk een praktijkvoorbeeld gegeven aan de economisch en politiek achterlijke landen. De massa van de proletariërs daar zal eenstemmig dezelfde maatregelen verlangen, maar ook alle andere groepen van de armere klassen, evenals talrijke intellectuelen. Zij zullen het verlangen uiten dat de staat dezelfde ontwikkeling naar welvaart van allen zal inslaan. Zo zal door het praktijkvoorbeeld van het meest ontwikkelde land de socialistische zaak onweerstaanbaar worden, ook in de landen die thans nog niet zover zijn dat hun proletariaat uit eigen macht de staatsmacht kan veroveren.
En wij hoeven ons dit tijdstip niet in een verre toekomst te denken. In een aantal industriestaten schijnen thans de materiële en ideële voorwaarden voor het socialisme in voldoende mate aanwezig te zijn. De vraag van de politieke heerschappij van het proletariaat is nog slechts een vraag van macht, voor voornamelijk van de eenheid van het proletariaat in vastbesloten klassenstrijd. Maar Rusland behoort niet tot deze industriestaten. Wat zich nu daar afspeelt is feitelijk de laatste burgerlijke, niet de eerste socialistische revolutie. Dat wordt telkens duidelijker. Zij zou een socialistisch karakter kunnen aannemen, wanneer zij met een West-Europese socialistische revolutie samenviel.
Dat door een dergelijk praktijkvoorbeeld van hoger ontwikkelde naties, de gang van de sociale ontwikkeling kan worden versneld, daarop wees Marx in het voorwoord bij de eerste druk van Het Kapitaal.[3]
Het is noodzakelijk en mogelijk dat het ene volk van het andere leert. Ook wanneer een maatschappij de natuurwet van haar ontwikkeling op het spoor is gekomen — en het uiteindelijke doel van dit werk is de onthulling van de economische ontwikkelingswet van de moderne maatschappij — kan zij de natuurlijke ontwikkelingsfase noch overslaan noch bij verordening afschaffen. Zij kan echter wel de geboorteweeën korter maken en verzachten.
Onze bolsjewistische vrienden schijnen deze zin, ondanks het feit dat zij zich talrijke malen op Marx beroepen, geheel vergeten te zijn, want de dictatuur van het proletariaat die zij prediken en uit oefenen is niets anders dan een grandioze poging natuurlijke ontwikkelingsfasen over te springen, of door decreten op te heffen.
Zij menen dat dit de meest pijnloze methode is om het socialisme ter wereld te brengen en zijn barensweeën te verkorten en te verzachten. Maar om hij dit beeld te blijven, hun praktijk doet ons meer denken aan het optreden van een zwangere vrouw die de dolste sprongen uitvoert om de duur van de zwangerschap, die haar ongeduldig maakt, te verkorten.
Het product van zulk een optreden is in regel een dood kind.
Marx spreekt hier van het praktijkvoorbeeld dat het ene volk het andere kan geven. Voor het socialisme komt echter nog een ander soort praktijkvoorbeeld in aanmerking en wel dat, wat hoog ontwikkelde bedrijfsvormen aan de achterlijke kunnen geven.
De kapitalistische concurrentie tracht wel overal de achterlijke bedrijven uit te roeien, maar dat is onder kapitalistische voorwaarden zo een rampzalig proces, dat de bedreigden dit met alle middelen trachten af te weren. De socialistische productiewijze zal dus nog heel wat technisch verouderde bedrijven aantreffen. Vooral in de landbouw, waar het grootbedrijf slechts geringe vorderingen maakt, of zelfs hier en daar achteruitgaat.
Socialistische productie echter, laat zich slechts op de structuur van het grootbedrijf realiseren. De socialistische landbouw zal zich aanvankelijk moeten beperken tot de socialisering van de grote bedrijven. Heeft ze goede resultaten, zoals te verwachten is als zij in plaats van loonarbeid — die in de landbouw onvoldoende resultaten bereikt — de arbeid van vrije samenwerkende mensen stelt, dan worden de arbeidsverhoudingen in de socialistische bedrijven gunstiger dan bij de kleine boeren. Dan mag men beslist verwachten dat zij massaal en vrijwillig naar de nieuwe productiewijze overgaan, als de maatschappij de nodige middelen levert. Eerder niet. In de landbouw bereidt het kapitalisme het socialisme op onvoldoende wijze voor. En het is onbegonnen werk boeren theoretisch te willen overtuigen van de suprematie van het socialisme. Bij socialisering van landbouw kan slechts een praktijkvoorbeeld helpen. Dit vereist echter een zekere uitgebreidheid van grootbedrijven in de landbouw. Het praktijkvoorbeeld zal des te sneller en grondiger werken naarmate het grootbedrijf op het land verspreid is.
Het doel van kleinburgerlijke democraten, dat door sociaaldemocraten van de soort als Eduard David overgenomen is, en voorzover het mogelijk is, nog iets door hen werd aangedikt, is de vernietiging van ieder grootbedrijf in de landbouw, en een verdeling in dwergbedrijfjes. Dit werkt het socialisme in de landbouw en daarmee in de maatschappij in het algemeen sterk tegen.
Het meest opvallende kenmerk van de huidige Russische revolutie is haar arbeid in de zin van Eduard David. Hij en niet Lenin geeft daar de eigenlijke richting van de revolutie aan.
Dat is het socialistische praktijkvoorbeeld dat zij geeft. Het bewijst haar in werkelijkheid burgerlijk karakter.
_______________
[1] Oorspronkelijk was dit vertaald als: aanschouwelijk onderwijs. Dit is vervangen met: praktijkvoorbeeld — Noot van de redactie
[2] De nadruk is van de Russische schrijver.
[3] Voor dit fragment hebben we gebruik gemaakt van de vertaling uit Het Kapitaal, Karl Marx, uitg. W. de Haan, Bussum, 1970, vertaald door I. Lipschits — Noot van de redactie