Geschreven: oktober 2009
HTML: Paul Benschop
Contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive
Laatste bewerking: 14 november 2009
Inleiding
Vanaf 1929 werden geluidsregistraties gebruikt bij verkiezingscampagnes voor de Tweede Kamer. In dat jaar vooral voor gebruik in het massamedium Radio. De politieke propaganda gericht op de arbeiders van de SDAP via de VARA (Vereniging van Arbeiders Radio-amateurs), bracht de rechtse regering [1] ertoe preventieve radiocensuur in te stellen in 1930. Een censuur uitgevoerd door de Radio-omroep Controle Commissie (Rococo).
In de jaren ’30 werd tweemaal een Tweede Kamerverkiezing gehouden: in 1933 en in 1937. Beide keren werd van regeringswege verboden verkiezingspropaganda via de radio te voeren. In het crisisjaar 1933 was dit vooral gericht tegen de arbeiderspartijen, die naar verandering van de politieke (Koningshuis) en economische (grootkapitaal) machtsverhoudingen streefden, met name de Sociaal-democratische Arbeiderspartij, de Communistische Partij Holland (CPH) en de Revolutionair Socialistische Arbeiderspartij (RSAP). De in 1931 opgerichte Nationaal Socialistische Beweging deed in 1933 nog niet mee bij de verkiezingen.
De verkiezingen in mei 1933 vonden plaats in een anti-revolutionaire stemming vanwege de machtsovername van de Duitse Nationaal-socialisten in januari, en de muiterij bij de Nederlandse marine in Nederlands-Indië in februari. Via de verzuilde omroepen mocht geen verkiezingspropaganda van de SDAP uitgezonden worden. De partij had in februari al 12 verkiezingsredevoeringen van partijprominenten op grammofoonplaten laten vastleggen op de ene kant en een socialistisch strijdlied op de andere kant. Deze grammofoonplaten werden in de verkiezingscampagne van de SDAP gedraaid en de minder draagkrachtige CPH en RSAP gebruikten dezelfde platen ook, maar draaiden vanzelfsprekend alleen de strijdliederen. Bij deze verkiezingen verloren de Rooms-Katholieke Staatspartij (RKSP) en de SDAP ieder twee zetels en wonnen de ARP en de CPH ieder twee zetels.
De verkiezingen in mei 1937 stonden in het teken van de crisisbestrijding en in het teken van de machtsuitbreiding van het Italiaans fascisme en het Duits nationaalsocialisme. Er werd een burgeroorlog uitgevochten in Spanje en Japan was bezig met een veroveringsoorlog in China.
Ook bij deze verkiezingen was het de politieke partijen van regeringswege verboden propaganda te voeren via de radio – formeel om de NSB te hinderen – maar de regeringspartijen en de SDAP gebruikten de aan hen verwante radio-omroepen voor sluikpropaganda: RKSP de KRO, SDAP de VARA, Christelijk Historische Unie (CHU) en Anti-Revolutionnaire Partij (ARP) de NCRV en de Vrijzinnig Democratische Bond (VDB) de VPRO.
De CPH die in november 1935 haar naam officieel gewijzigd had in Communistische Partij in Nederland (CPN), had voor haar 8 meest populaire topkandidaten verkiezingsspeeches vastgelegd op grammofoonplaten, die de voor Nederland nieuwe Volksfrontpolitiek van nationale samenwerking tussen communisten en sociaaldemocraten moesten verwoorden en die moesten schallen bij partijbijeenkomsten en via een bestelauto met loudspeaker op het dak.
De bij het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid bewaarde geluidsregistraties van de CPN-kandidaten van Lijst 7 voor de Tweede en Eerste Kamerverkiezingen van 1937 zijn:
Wijnkoop, nr.2 op de CPN-2e Kamerkandidatenlijst, Archiefnummer SFW C 22.488
Effendi, nr.3 op de CPN-2e Kamerkandidatenlijst, Archiefnummer SFW C 22.489
De Groot, nr.5 op de CPN-2e Kamerkandidatenlijst, Archiefnummer SFW C 22.490
Beuzemaker, nr.1 op de CPN-1e Kamerkandidatenlijst, Archiefnummer SFW C 22.491
De Lepper, nr.7 op de CPN-2e Kamerkandidatenlijst, Archiefnummer SFW C 22.492
Borst, nr.9 op de CPN-2e Kamerkandidatenlijst, Archiefnummer SFW C 22.518
Boers, nr.12 op de CPN-2e Kamerkandidatenlijst, Archiefnummer SFW C 22.517
Sterringa, nr.19 op de CPN-2e Kamerkandidatenlijst, Archiefnummer SFW C 22.519
In dit overzicht zijn de verkiezingspropagandaspeeches opgenomen van:
I. Geert Sterringa over crisisleed in Groningen veroorzaakt door de regering Colijn en over het bloedige fascisme.
II. David Wijnkoop over de Nederlandse democratie tegen nationaal socialistisch en fascistisch oorlogsgevaar.
III. Roestam Effendi over democratische rechten voor alle bevolkingsgroepen in Nederlands-Indië.
IV. Benjamin Boers over de bestrijding van geldzucht, waarin communisten beter slagen dan kerken.
_______________
[1] Van september 1918 tot augustus 1939 werden alle regeringen gevormd door een meerderheid van confessionele ministers uit de katholieke RKSP en de protestantse ARP en CHU, van 1933 tot 1937 aangevuld met twee ministers uit de linkse Vrijzinnig Democratische Bond (VDB). (Alle liberale partijen werden toen ook links genoemd). Van juli 1929 tot mei 1946 was het gemiddeld aantal Tweede Kamerzetels voor de volgende partijen: RKSP: 30; SDAP: 23; ARP: 14; CHU: 10; VDB: 6; Liberale Staatspartij: 6 en de CPH/CPN: 3.